ECLI:NL:RBLIM:2016:7736

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 september 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
5279303 cv expl 16-7225
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek tot verplaatsing in kort geding met betrekking tot loonbetaling en ontslag op staande voet

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 6 september 2016, is een kort geding aan de orde waarin de eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.G.P. Voragen, een verzoek tot verplaatsing heeft ingediend. Dit verzoek is echter afgewezen, en de eiseres is niet ter zitting verschenen. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. E.R. Frieser, hebben de stellingen van de eiseres gemotiveerd weersproken. De rechter heeft vastgesteld dat de eiseres niet in staat is geweest om haar vorderingen voldoende te onderbouwen, wat heeft geleid tot de afwijzing van haar verzoeken. De rechter oordeelt dat de gedaagden, gezien de gebrekkige medewerking van de eiseres aan haar re-integratie, mogelijk gerechtvaardigd waren in hun beslissing om de loonbetaling stop te zetten en ontslag op staande voet te overwegen. De eiseres is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op € 400,00 voor het salaris van de gemachtigde. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 5279303 CV EXPL 16-7225
Vonnis van de kantonrechter ex artikel 254 Rv van 6 september 2016
in de zaak van
[eiseres],
wonend aan het [adres 1] , [woonplaats 1] ,
eiseres,
gemachtigde mr. R.G.P. Voragen,
tegen

1.de vennootschap onder firma [naam vof] V.O.F.,

gevestigd en kantoorhoudend aan de [adres 2] , [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2], vennoot van gedaagde sub 1,
wonend aan de [adres 2] , [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde sub 3], vennoot van gedaagde sub 1,
wonend aan de [adres 2] , [woonplaats 2] ,
gedaagden,
gemachtigde mr. E.R. Frieser.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagden] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de op voorhand door mr. Frieser ingediende pleitaantekeningen met producties
  • de door mr. Frieser ingediende gecorrigeerde productie 13
  • het door mr. Voragen op 5 september 2016 gedane verzoek tot verplaatsing, dat op grond van artikel 10 procesreglement is afgewezen
  • de mondelinge behandeling van 5 september 2016
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Namens eisende partij is niemand ter zitting verschenen. [eiseres] is evenmin in persoon verschenen. Het bij dagvaarding gestelde is door [gedaagden] gemotiveerd weersproken. Het had op de weg van [eiseres] gelegen om, desnoods in persoon, ter zitting gemotiveerd in te gaan op het verweer van [gedaagden] , nu de inhoud daarvan tot uitleg van de feiten of nadere motivering van het bij dagvaarding gestelde aanleiding gaf.
2.2.
Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat [eiseres] niet geslaagd is in een onderbouwing van haar stellingen die zodanig is dat zij de betwiste vordering kunnen dragen. Met name is niet aannemelijk geworden dat [gedaagden] gehouden is [eiseres] vanaf 1 juni 2016 het loon te betalen. Aannemelijk is veeleer dat [gedaagden] grond tot stopzetting van de loonbetaling en ontslag op staande voet had, gelegen in de gebrekkige medewerking door [eiseres] aan haar re-integratie.
2.3.
De vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen met haar veroordeling in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 400,00 salaris gemachtigde.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen af,
3.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op € 400,00 salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen en is in het openbaar uitgesproken.
Type: CJ