Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift (geregistreerd onder zaaknr 6298018/AZ/17-178)
- de brief van de griffier van 8 september 2017 waarin de mondelinge behandeling is bepaald
- het verweerschrift
- de zijdens [eisende partij] ingezonden aanvullende productie
- de mondelinge behandeling op 26 oktober 2017.
2.De feiten
Het is Werknemer verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Werkgever, gedurende twee jaar na datum einde dienstverband, op enigerlei wijze werkzaam en/of betrokken te zijn, bij de hierna te noemen (concurrerende) ondernemingen: (..). Voorts is het Werknemer gedurende dezelfde periode, zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van Werkgever, verboden om binnen een straal van 30 km rondom de gemeente Venlo op enigerlei wijze werkzaam en/of betrokken te zijn bij een onderneming die soortgelijke en/of aanverwante activiteiten (recycling en inzameling van afval- en reststoffen) verricht als Werkgever. Indien Werknemer voornemens is om bij een dergelijke onderneming te solliciteren, dan zal hij op voorhand Werkgever hierin kennen, terwijl Werkgever hierbij toezegt ieder concreet verzoek tot ontheffing uit het concurrentiebeding ruimhartig te beoordelen. Een en ander op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare boete van € 5.000,-- per overtreding, vermeerderd met een bedrag van € 500,-- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, door Werknemer aan Werkgever te voldoen.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding nihil
- griffierecht 223,00 (€ 78,00 en € 145,00)
- salaris gemachtigde