Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[verweerster, tevens verzoekster in het tegenverzoek] b.v.,
1.De procedure
- het op 11 oktober 2017 ter griffie ontvangen verzoekschrift,
- het op 16 november 2017 ontvangen verweerschrift, tevens tegenverzoek,
- de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 28 november 2017.
2.De beoordeling
- Verzocht wordt om het juridisch kader te schetsen en vast te stellen dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen.
- Op grond van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft werkgeefster een loonbetalingsverplichting. De betaling zal volledig worden hervat vanaf 1 september 2017 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op enig moment rechtsgeldig zal worden beëindigd. Werkgeefster is geen wettelijke rente of wettelijke verhoging verschuldigd aan werkneemster.
- Partijen zijn overeengekomen dat op korte termijn het re-Integratietraject opgepakt zal worden. Werkgeefster neemt nu duidelijk is wat het juridische kader is hiertoe het initiatief door een afspraak in te plannen bij de Arbodienst.
- Werkgeefster trekt haar reconventionele vordering ter zake terugbetalen van uitbetaalde wachtdagen en (gesteld) teveel betaald salaris in en zal het volledige salaris blijven voldoen tot en met december 2017. Daarna kan werkneemster gedurende arbeidsongeschiktheid slechts aanspraak maken op 70% van haar laatst verdiende salaris.
- De onverschuldigd betaalde transitievergoeding (bruto € 1.077,03) zal worden verrekend met het salaris over de maand december 2017.
- Proceskosten in deze worden gecompenseerd.