Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
verwerende partij in het verzoek.
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Resumerend en concluderend).Daar schrijft [verweerder] :
“Wel is zo dat door de manier van functioneren van verzoekster en mw. Engelen in het bijzonder in het kader van hun taken binnen het curatorschap het voor verweerster erg lastig, zo niet onmogelijk is haar (zorg)taken goed uit te kunnen voeren.”Uit hetgeen ter zitting over en weer is gezegd maakt de kantonrechter verder op dat het niet waarschijnlijk is dat partijen (inclusief Brekelmans qq), indien zij met elkaar verder zouden moeten, wel een modus zouden vinden om vruchtbaar met elkaar samen te werken.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor, zodat de verzochte billijke vergoeding wordt afgewezen.