Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam] ,
1.De procedure
- het op 28 januari 2019 per fax ter griffie ontvangen verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling ter zitting van 19 februari 2019, waar partijen hun respectieve standpunten nader hebben toegelicht, de gemachtigde van [verzoeker] aan de hand van een pleitnota, en waar [verweerder] verzocht heeft om ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
2.De beoordeling
3.Beslissing
- [verweerder] het loon tot datum einde arbeidsovereenkomst op reguliere wijze doorbetaalt, waarbij het nog niet betaalde loon over december 2018 en januari 2019 zo spoedig mogelijk zal worden betaald inclusief de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
- [verzoeker] vanaf heden is vrijgesteld van het verrichten van de overeengekomen werkzaamheden en geacht wordt de hem toekomende vakantiedagen volledig te hebben opgenomen;
- [verweerder] binnen een maand na datum einde arbeidsovereenkomst zorg draagt voor een correcte eindafrekening en die aan [verzoeker] doet toekomen alsmede een positief getuigschrift,