3.1.Na wijziging van het verzoek, verzoekt [verzoeker, verweerder in het voorwaardelijke tegenverzoek] :
Primair
te verklaren voor recht dat er tussen [verzoeker, verweerder in het voorwaardelijke tegenverzoek] en [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen ingaande op 1 september 2021;
de opzegging van [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] in strijd met de wet te vernietigen;
[verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] te veroordelen tot betaling van € 7.500,00 netto vanaf 1 mei 2022 te vermeerderen met de vakantiebijslag en emolumenten tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over in ieder geval mei 2022 en juni 2022;
[verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] – kort samengevat – toe te laten tot het werk op straffe van verbeurte van een dwangsom;
5. te verklaren voor recht dat er een arbeidsovereenkomst tussen partijen heeft bestaan vanaf 1 september 2021 en aan [verzoeker, verweerder in het voorwaardelijke tegenverzoek] toekomt een transitievergoeding van
€ 2.025,00 netto met veroordeling tot betaling daarvan, en [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding althans schadevergoeding ten bedrage van
€ 60.000,00 + € 40.000,00 + € 5.000,00 (totaal € 105.000,00) netto, en € 4.805,22 netto aan advocatenkosten, en betaling van de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 7.500,00 netto, en betaling van het vakantiegeld van
€ 5.400,00 netto en resterende vakantiedagen van € 2.606,90 netto, en betaling van de vergoeding voor mei 2022 van € 7.500,00 netto inclusief de wettelijke verhoging, althans [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] te veroordelen tot betaling van de hiervoor genoemde bedragen bij wijze van schadevergoeding, dan wel de bedragen die de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
6. [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] te veroordelen tot het opstellen van een correcte en gespecificeerde eindafrekening, waarin onder andere de onder 5 genoemde vergoedingen;
een en ander onder verwijzing van [verweerster, verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek] in de proceskosten met rente.
het voorwaardelijke tegenverzoek