Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2022 in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Limburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 23 november 2022, worden drie beroepen van eiser tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen behandeld. Eiser had aanvragen ingediend voor bijstandsuitkeringen ingevolge de Participatiewet (PW). De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de vijfde bijstandsaanvraag, met meldingsdatum 20 mei 2020, terecht is omdat eiser niet heeft aangetoond hoe hij in zijn levensonderhoud heeft voorzien in de voorafgaande drie maanden. De rechtbank stelt vast dat eiser bij eerdere aanvragen ook geen duidelijkheid heeft gegeven over zijn financiële situatie, wat het college in staat stelde om de aanvraag af te wijzen.
Daarnaast wordt de buiten behandelingstelling van de zesde aanvraag, met meldingsdatum 28 december 2020, door de rechtbank als terecht beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid kon vragen om een verklaring over hoe eiser in zijn levensonderhoud heeft voorzien vanaf het moment dat hij niet meer bij Moveoo woonde, maar dat het verzoek om gegevens over een langere periode niet reëel is. Eiser heeft niet voldaan aan de inlichtingenverplichting, waardoor de aanvraag buiten behandeling kon worden gesteld.
Ten slotte oordeelt de rechtbank dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag over de periode van 30 april 2021 tot 12 mei 2021 onterecht was. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en bepaalt dat eiser recht heeft op bijstand vanaf de meldingsdatum 30 april 2021. De rechtbank wijst erop dat de onduidelijkheid over de situatie van eiser in deze periode niet aan hem kan worden tegengeworpen, aangezien hij zich aan de gemaakte afspraken heeft gehouden. De rechtbank veroordeelt het college tot betaling van de wettelijke rente over de na te betalen bijstandsuitkering en de proceskosten van eiser.