ECLI:NL:RBLIM:2023:6274

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
9783199 EL 22-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Effectenleasezaak met Dexia Nederland B.V. en de rol van de tussenpersoon Spaar Select

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een effectenleaseovereenkomst tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Dexia Nederland B.V. De kantonrechter heeft op 28 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil dat voortkwam uit de leaseovereenkomst die op 22 juni 2001 werd ondertekend. De eiser, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk van Leaseproces, vorderde onder andere schadevergoeding van Dexia, die als gedaagde partij optrad. Dexia voerde verweer en stelde een tegenvordering in, maar de rechter oordeelde dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door de overeenkomst aan te gaan met de eiser, terwijl zij had moeten weten dat de tussenpersoon, Spaar Select, geen vergunning had voor het geven van financieel advies. De rechter concludeerde dat er sprake was van onrechtmatig handelen van Dexia, en dat de eiser recht had op schadevergoeding. De kantonrechter heeft Dexia veroordeeld tot betaling van de schade, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft Dexia ook veroordeeld in de proceskosten. De vorderingen van Dexia in reconventie werden afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9783199 EL 22-23
vonnis van de kantonrechter van 28 september 2023
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. G. van Dijk, Leaseproces
tegen
de besloten vennootschap DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: USG Legal Professionals.
Partijen worden hierna ‘ [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ’ en ‘Dexia’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 maart 2022 van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van Dexia;
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ;
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van Dexia;
  • de conclusie van dupliek in reconventie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.2. De feiten

2.1.
Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Dexia Bank Nederland, Bank Labouchere en Legio Lease. Waar sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder begrepen.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de volgende leaseovereenkomst (hierna: de overeenkomst) ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia:
Nr.
Contractnr.
Datum
Naam overeenkomst
Looptijd
Leasesom
I.
23001644
22-06-2001
Allround Effect
180 mnd
€ 81.680,40
2.3.
Dexia heeft met betrekking tot de overeenkomst een eindafrekening opgesteld met het volgende resultaat:
Nr.
Datum eindafrekening
Resultaat
I.
24-07-2006
+ € 2.111,60
2.4.
Volgens opgave van Dexia heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van de leaseovereenkomst – al dan niet bij wijze van vooruitbetaling – in totaal een bedrag van € 21.781,20 aan maandtermijnen aan Dexia betaald. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft geen dividenden ontvangen. Hij heeft een bedrag van € 2.111,60 aan uitkering van Dexia ontvangen.
2.5.
De gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , Leaseproces, heeft bij brief van 25 augustus 2006 de nietigheid, vernietiging, dan wel ontbinding van de overeenkomst ingeroepen op grond van misbruik van omstandigheden, wanprestatie, dwaling, onrechtmatige daad en/of misleidende reclame. Tevens wordt het recht voorbehouden daartoe ook andere gronden nog aan te voeren.

3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- voorwaardelijk, namelijk voor zover Dexia het aanvraagformulier en haar versie van de ondertekende overeenkomst niet in het geding zal brengen, Dexia ex artikel 843a Rv zal veroordelen om een afschrift van het aanvraagformulier en de ondertekende overeenkomst aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te verstrekken,
- onvoorwaardelijk:
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. voor recht zal verklaren dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] schade heeft gelden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Dexia en dat Dexia gehouden is de schade aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te vergoeden,
3. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van al datgene dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
5. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met wettelijke rente.
3.2.
Dexia voert verweer tegen de vorderingen. Het verweer mondt uit in een tegenvordering, waarbij Dexia vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. zal verklaren voor recht dat Dexia met betrekking tot de tussen haar en [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
gesloten overeenkomst met nummer 23001644 aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verschuldigd is,
2. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal veroordelen in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen en verweren van partijen zal voor zover nodig hierna nader worden ingegaan.

4.Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie

4.1.
Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.2.
De veelheid van procedures heeft geleid tot veel jurisprudentie, waaronder verschillende richtinggevende arresten van de Hoge Raad. Deze jurisprudentie is bij de gemachtigden van partijen bekend. In het bijzonder gaat het om de arresten van de Hoge Raad van 28 maart 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC2837), 5 juni 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BH 2815), 29 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP4003), 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR: 2017:164) en 12 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:590) en de arresten van het gerechtshof Amsterdam van 1 december 2009 (ECLI:NL: GHAMS:2009:BK4981) en 1 april 2014, (ECLI:NL:GHAMS:2014:1135). Deze jurisprudentie wordt als leidraad genomen. Door partijen zijn geen (althans onvoldoende) bijzondere omstandigheden gesteld die in deze zaak een afwijking daarvan rechtvaardigen.
4.3.
Toepassing van deze maatstaven en beoordelingskaders leidt in het onderhavige geval tot de volgende conclusies:
er is sprake van huurkoop;
er is geen sprake van dwaling, misleidende reclame en/of misbruik van omstandigheden; evenmin is er sprake van (ver)nietig(baar)heid krachtens de Wck;
Dexia heeft haar bijzondere zorgplichten geschonden, in elk geval de waarschuwingsplicht, en daardoor onrechtmatig gehandeld;
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft schade geleden, bestaande uit betaalde termijnen;
E. er is voldoende causaal verband aanwezig tussen de hiervoor bedoelde schade
en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring4.4. Dexia stelt dat een eventuele vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in verband met een schending van artikel 41 NR 1999 inmiddels verjaard is. Dit verweer kan niet worden gevolgd. In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verleden zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
tussenpersoon
4.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de overeenkomst met Dexia afgesloten via de tussenpersoon Spaar Select. Tussen partijen is niet in geschil dat de tussenpersoon niet beschikt over de voor beleggingsadvieswerkzaamheden noodzakelijke vergunning. In het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022 (ECLI :NL:HR:2022:862) is opnieuw geoordeeld dat indien de afnemer een effectenleaseovereenkomst is aangegaan nadat de daarbij optredende tussenpersoon, zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunning, tevens – naar de aanbieder wist of behoorde te weten – als financieel adviseur is opgetreden door advies te geven, daarmee vaststaat dat de aanbieder heeft gecontracteerd in strijd met het verbod van artikel 41 NR 1999, dan wel met het daarmee materieel overeenkomende artikel 25 NR 1995. De Hoge Raad heeft daarbij, zoals (de gemachtigden van) partijen bekend is, bepaald dat het moet gaan om een gepersonaliseerde aanbeveling, waarbij een aantal omstandigheden zijn genoemd, die bij de beoordeling daarvan van belang kunnen zijn.
Ook indien niet wordt vastgesteld dat die omstandigheden zich voordoen, bestaat de mogelijkheid dat de tussenpersoon toch een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan als door de Hoge Raad bedoeld, namelijk een aanbeveling die is voorgesteld als geschikt voor de betrokken afnemer.
4.6.
Dexia stelt dat op basis van de door de Hoge Raad tot uitgangspunt genomen wet- en regelgeving, de vraag of een aanbeveling die een tussenpersoon als geschikt voor een afnemer heeft voorgesteld niet los kan worden gezien van het door de tussenpersoon verrichte onderzoek naar de financiële positie, kennis en ervaring en de beleggings-doelstellingen. Dexia gaat er daarmee ten onrechte van uit dat het genoemde arrest van de Hoge Raad meebrengt, dat een afnemer dient aan te tonen dat de tussenpersoon een geschiktheidsonderzoek heeft uitgevoerd en op basis daarvan de betreffende overeenkomst als geschikt aan de afnemer heeft voorgesteld. Deze lezing van het arrest wordt niet gevolgd. Er kan immers, volgens het arrest, ook sprake zijn van een gepersonaliseerde aanbeveling als de aanbeveling is voorgesteld als geschikt voor de betreffende afnemer zonder dat deze berust op een afweging van diens persoonlijke omstandigheden. Zelfs als in het geheel geen afweging is gemaakt, kan onder omstandigheden sprake zijn van een aanbeveling die –
wellicht geheel ten onrechte – door de tussenpersoon is voorgesteld als geschikt voor de betreffende afnemer (het verkooppraatje).
4.7.
De stelplicht en bewijslast dat de tussenpersoon [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft geadviseerd en dat Dexia wetenschap had althans behoorde te hebben van het feit dat de tussenpersoon [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , anders dan in algemene zin, een persoonlijk en specifiek op dit product toegesneden advies heeft verstrekt, rusten op [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Dat is immers degene die zich op de rechtsgevolgen van het onrechtmatig handelen van Dexia en de vergunningplichtige advisering beroept. De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde feiten en omstandigheden dienen voldoende concreet te zijn en zo mogelijk voorzien van onderbouwing. Voor zover Dexia de gestelde feiten en omstandigheden betwist, dient die betwisting eveneens voldoende gemotiveerd te zijn. Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee, dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
4.8.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt over de feitelijke gang van zaken het volgende:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op advies van een financieel adviseur van Spaar Select een effectenlease-contract afgesloten.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] werd door Spaar Select telefonisch benaderd. De medewerker van Spaar Select stelde voor om een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door te nemen met een financieel adviseur van Spaar Select, te weten [naam adviseur] (hierna: de adviseur). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft hiermee ingestemd. De echtgenote van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] was bij alle gesprekken met de adviseur aanwezig.
Tijdens het eerste gesprek werd de financiële situatie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] besproken. De verschillende verzekeringen die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] had lopen en de hypotheek die op het huis zat kwamen ter sprake. Voorts kwamen de werkgevers en het inkomen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn echtgenote ter sprake en is gekeken naar de spaarloonregelingen en de prepensioenregeling. Daarnaast is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] besproken dat hij maandelijks een bedrag spaarde van NLG 76,50 voor de studie van zijn dochter en kwam ter sprake dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn echtgenote
NLG 50.000,00 op een ABN AMRO rekening hebben staan en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een lijfrentepolis had bij Aegon. De adviseur vroeg vervolgens of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] financiële wensen had. Hij wilde eigenlijk wel wat geld opzijzetten om op pensioenleeftijd een huisje te kunnen kopen in Italië. De financieel adviseur zei dat hij het een en ander zou uitwerken en vervolgens opnieuw zou langskomen.
Tijdens het tweede gesprek had de financieel adviseur een Persoonlijk Financieel Plan opgesteld waarin het product de Overwaarde Effect werd geadviseerd. De adviseur vertelde dat er veel overwaarde op het huis zat. Het was als het ware 'geld dat vastzat in de stenen'. Het zou volgens de tussenpersoon zonde zijn om dat geld niet te benutten. Door het geld uit de overwaarde te benutten, kon dit in een beleggingsproduct worden geïnvesteerd en zou er na vijf jaar een mooi bedrag over blijven als startkapitaal om in de toekomst het huisje in Italië te kunnen kopen. Allereerst heeft de adviseur de maandelijkse huidige lasten voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoteerd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wilde NLG 200,00 per maand opzijschuiven om hiermee vermogen op te bouwen. De adviseur heeft een plan opgesteld waarbij de maandlasten met precies NLG 201,00 per maand stegen. Hiermee kon [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn financiële wensen bewerkstellingen. Voorts heeft de adviseur zijn advies besproken waarbij een nieuwe tweede hypotheek werd geadviseerd van NLG 110.000,00. De hypotheekrente over deze hypotheek zou een percentage van 6,1% zijn. Hierdoor zou [eiser in conventie, verweerder in reconventie] NLG 559,00 per maand aan hypotheekrente betalen. De nieuwe hypotheek zou afgesloten worden ter hoogte van
NLG 110.00,00. Hiervan werd NLG 15.680,00 gebruikt voor de hypotheekkosten en voor een Spaar Select Woonlast Beschermer van Gema. Voorts zou NLG 48.000,00 vooruit worden betaald in een Overwaarde Effect en zou NLG 47.000,00 worden gestort in het Euro aandelenfonds.
Bij een rendement van 12,5% zou dit naar verwachting een kapitaal van ongeveer
NLG 97.300,00 opbrengen. Dit zou samen met het restant van het Euro aandelenfonds, een bedrag van NLG 42.978,00, zorgen voor een bedrag van NLG 140.278,00 aan opbrengst in totaal. Na vijf jaar zou de extra hypotheek afgelost worden en dan zou er nog een bedrag van NLG 30.278,00 resteren. Met dit bedrag zou [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten tijde van zijn pensionering het vakantiehuisje in Italië kunnen kopen. Voors heeft de adviseur de maanlasten na het advies van Spaar Select berekend. Dit zou in totaal NLG 1.178,16 zijn. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zou dus per maand slechts NLG 201,00 extra lasten hebben om zijn wens te kunnen realiseren.
Vervolgens heeft de adviseur ervoor gezorgd dat het aanvraagformulier is ondertekend door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . De adviseur heeft deze toegezonden aan Bank Labouchere.
De adviseur heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet mondeling geïnformeerd over de specifieke risico's. Zo heeft hij er niet op gewezen dat met een lening ( de hypotheek) de rentelasten voor de andere lening (het effectenleasecontract) werden betaald en dat bij tegenvallende koers-ontwikkelingen, de inleg geheel verloren kon gaan, de hypotheek niet kon worden af gelost en er bovendien een schuld kon ontstaan uit hoofde van het effectenleasecontract. Als [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wist van deze risico's dan had hij de overeenkomst niet afgesloten.
Het derde gesprek was een afrondend gesprek waarin alles nog een keer werd uitgelegd en ondertekend. De hypotheekaanvraag werd ook door de adviseur in gang gezet. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn echtgenote hoefde enkel de hypotheekakte te ondertekenen. Vervolgens heeft de adviseur het effectenleasecontract aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overhandigd en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft het contract ondertekend. De adviseur heeft ervoor gezorgd dat de ondertekende overeenkomst bij Bank Labouchere terecht is gekomen.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] had geen ervaring met beleggen of kennis van complexe financiële producten en heeft het advies van de adviseur opgevolgd. De hypotheek is afgesloten voor NLG 110.000,00. Er is NLG 47.999,45 vooruitbetaald in de effectenleaseovereenkomst. Voorts is een beleggingsrekening Euro Aandelenfonds geopend voor NLG 46.281,11.
4.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft, ter onderbouwing van zijn stellingen, gewezen op de volgende stukken die in het geding zijn gebracht:
- een kopie van het aanvraagformulier van 30 mei 2001 op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betreffende het Allround Effect product met een vooruitbetaling van NLG 48.000,00, waarop handgeschreven de gegevens van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn ingevuld en verder contractnummer ‘23001644’ staat vermeld. Het aanvraagformulier is voorzien van ATP-nummer ‘1087’ en het logo van Spaar Select. Als betrokken adviseur wordt de naam ‘ [naam adviseur] ’ vermeld. Het aanvraagformulier draagt een faxregel met de tekst: “
SPAARSELECT HEERLEN”,
- een kopie van de overeenkomst van 22 juni 2001 met contractnummer 23001644 op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , genaamd ‘Allround Effect Vooruitbetaling 15 jaar’ en voorzien van het adviseursnummer:
ATP01087-Spaar Select B.V.,
- een kopie van een hypotheekakte van 12 juli 2001 waarin [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn (toenmalige) echtgenote als schuldenaar vermeld staan met betrekking tot een hypothecaire geldlening van in totaal NLG 110.000,00 van Postbank N.V., waarvoor ten behoeve van Postbank N.V. een recht van hypotheek wordt verleend,
- een aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn (toenmalige) echtgenote gericht financieel stuk van 18 juni 2001 met als opschrift ‘Persoonlijk Financieel Plan’ met begeleidende brief waarin wordt verwezen naar het Persoonlijk Financieel Plan en waarin staat: “
Voor u ligt uw Persoonlijk Financieel Plan. Dit plan is opgesteld naar aanleiding van het gesprek u 30 mei jongsleden met onze Accountmanager [naam adviseur] heeft gehad. Tijdens dit gesprek heeft u uw wensen op financieel gebied kenbaar gemaakt en is tevens uw huidige persoonlijke (financiële) situatie geïnventariseerd. Naar aanleiding van uw wensen en mogelijkheden is er een globaal advies gepresenteerd.
(…)
Dit Persoonlijk Financieel Plan is met de grootst mogelijke zorg samengesteld op basis van de gegevens welke u aan onze Accountmanager heeft verstrekt.”. Op pagina vijf van het Persoonlijk Financieel Plan valt onder het kopje ‘Advies van Spaar Select’ te lezen: “
Van het opgenomen bedrag van NLG 110.000,- wordt NLG 15.680,- gebruikt voor het opnemen van de tweede hypotheek, rekening houdend met, hypotheekakte, afsluitkosten, taxatiekosten en de Spaar Select Woonlast Beschermer van Gema. Van de overige NLG 94 .320,- wordt NLG 48.000,-gebruikt om een vooruitbetaling te doen in het Overwaarde Effect dat gebaseerd is op een effectenlease en
NLG 47.000,- wordt gebruikt om in het Euro Aandelenfonds te storten wat gebruikt wordt om de lasten op te vangen. Het restant van NLG 680,- is voor u vrij te besteden.
De vooruitbetaling van NLG 48.000,- in Het Overwaarde Effect levert na 5 jaar, uitgaande van een rendement van 12,5% en een herbelegging van dividend van 2%, een kapitaal op van naar verwachting ca. NLG 97.300,-. Samen met het restant, van NLG 42.978,-, dat in het depot staat uitgaande van een gemiddeld rendement van 8%, kunt u naar verwachting na 5 jaar de extra opgenomen hypotheek aflossen waarna u een bedrag overhoudt van
NLG 97.300,- +/+ NLG 42.978,- = NLG 140.278,-/- NLG110.000,- = NLG 30.278,-. Dit bedrag kunt u gaan gebruiken om op 60 jarige leeftijd een vakantiehuisje in Italië te kopen.”,
- een kopie van een nota van afrekening van 5 juli 2001 van een notariskantoor met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn (toenmalige) echtgenote als geadresseerden, betreffende een hypothecaire geldlening van in totaal NLG 110.000,00 bij Postbank N.V.
4.10.
Met deze feitelijke uiteenzetting en stukken heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voldoende onderbouwd dat sprake is geweest van een specifiek op de persoon van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gericht financieel advies van de adviseur van de tussenpersoon om een specifiek effectenleaseproduct met Dexia overeen te komen. Uit het Persoonlijk Financieel Plan met begeleidende brief dat Spaar Select voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn (toenmalige) echtgenote heeft opgesteld volgt dat Spaar Select heeft geïnformeerd naar de naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . De tussenpersoon heeft vervolgens in het Persoonlijk Financieel Plan ook een met het Allround Effect product vergelijkbaar effectenleaseproduct geadviseerd.
Tevens is voldoende onderbouwd dat de tussenpersoon ook een ander financieel product heeft geadviseerd, zoals een hypotheek(verhoging).
En er kan dan eveneens vanuit worden gegaan dat de tussenpersoon zich niet heeft beperkt tot het geven van algemene informatie over de verschillende beleggingen of over effectenleaseproducten.
Tegenover de concreet toegelichte stellingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft Dexia, gelet op de hiervoor genoemde motiveringseisen, haar verweer onvoldoende onderbouwd. Daarmee heeft zij niet voldaan aan de motiveringsplicht. Hieruit volgt dat sprake is geweest van een vergunningplichtig advies door de tussenpersoon. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
Hetgeen Dexia in dit verband heeft aangevoerd maakt het voorgaande niet anders.
wetenschap Dexia
4.11.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat Dexia wist, althans behoorde te weten, dat de tussenpersoon Spaar Select een op de persoon van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] toegesneden beleggingsadvies heeft gegeven. Dexia betwist dit. Hoewel in dit geval niet is gebleken dat Dexia concrete wetenschap heeft gehad van de advisering van de tussenpersoon aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , had zij behoren te weten dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door de tussenpersoon is geadviseerd (zie Hoge Raad 9 juni 2023, ECL:NL:HR:2023:882).
aansprakelijkheid Dexia4.12. Nu Dexia ondanks het voorgaande toch met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de overeenkomst is aangegaan, heeft zij jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onrechtmatig gehandeld. Dit moet Dexia zwaar worden aangerekend. Weliswaar zijn aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] omstandigheden toerekenbaar die tot zijn schade hebben bijgedragen, maar vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, eist de billijkheid in beginsel dat de vergoedingsplicht van Dexia geheel in stand blijft (zie de arresten van de Hoge Raad van 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2012 r.o. 5.6 en 5.7). Deze lijn is nadien bevestigd in het arrest van de Hoge Raad van 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1935. Weliswaar kunnen er situaties zijn waarin voldoende reden is om een deel van de schade op grond van artikel 6:101 BW voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te doen komen, maar in dit geval zijn dergelijke feiten en omstandigheden niet aanwezig. Er is geen aanleiding om af te wijken van het hierboven genoemde uitgangspunt. De schade komt dan ook geheel voor rekening van Dexia.
vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]4.13. De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen, in die zin dat voor recht wordt verklaard dat Dexia onrechtmatig jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gehandeld door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet alleen als klant aanbracht maar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat en voorts dat Dexia gehouden is de daaruit voortvloeiende schade aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te vergoeden.
4.14.
De als gevolg hiervan door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geleden schade kunnen partijen inmiddels berekenen. Zoals in de vele uitspraken in soortgelijke zaken is geoordeeld, bestaat de voor vergoeding in aanmerking komende schade uit de door de afnemer betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen minus (dividend)uitkeringen) en het niet vergoede gedeelte van de eventueel betaalde (fictieve) restschuld.
Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten, één en ander volgens het door Dexia overgelegde financiële overzicht waarvan de juistheid door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet of onvoldoende gemotiveerd is betwist. Ook dient een eventueel eerder betaalde schadevergoeding in aanmerking te worden genomen. De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia te restitueren bedrag volgens de uitgangspunten als geformuleerd in HR 1 mei 2015 (ECLI:NL: HR:2015:1198) en HR 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164, r.o. 3.6.3). In het geval reeds eerder een schadevergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:7910). Een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is niet aan de orde. Niet gebleken is dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die, welke genoemd zijn in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2019, ECLI:NL:HR: 2019:590.
4.15.
Gelet op het voorgaande behoeven de andere door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aangevoerde gronden geen nadere bespreking.
de voorwaardelijke vordering
4.16.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert Dexia ex artikel 843a Rv te veroordelen om [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een afschrift te verstrekken van Dexia’s versie van de ondertekende overeenkomst en het aanvraagformulier. Dexia heeft enkel het aanvraagformulier in het geding gebracht.
4.17.
Uit het voorgaande volgt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in deze procedure in het gelijk zal worden gesteld. Hij heeft dan ook geen belang meer bij afgifte in deze procedure, zodat de vordering zal worden afgewezen.
vordering Dexia
4.18.
Gelet op de beoordeling in conventie worden de vorderingen van Dexia afgewezen.
proceskosten en nakosten
4.19.
Omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] inhoudelijk gelijk krijgt is Dexia aan te merken als de in overwegende mate in het ongelijk te stellen partij. Dexia zal dan ook worden veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en Dexia niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. Daarbij wordt overwogen dat Dexia, indien deze door de aanschrijving van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] pas kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van het vonnis, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de veroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien. De nakosten zullen worden vastgesteld op € 132,00.
4.20.
De gevorderde rente over de proces- en nakosten zal als na te melden worden toegewezen.

5.Beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat Dexia onrechtmatig jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gehandeld door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet alleen als klant aanbracht maar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat en dat Dexia gehouden is de daaruit voortvloeiende schade aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te vergoeden,
5.2.
veroordeelt Dexia om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen de schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover zoals weergegeven in r.o. 4.14.,
5.3.
veroordeelt Dexia in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden vastgesteld op:
a. kosten dagvaarding € 125,03
b. griffierecht € 86,00
c. salaris gemachtigde
€ 528,00
€ 739,03,
5.4.
veroordeelt Dexia, onder de voorwaarde dat deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, vastgesteld op € 132,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving tot voldoening aan dit vonnis, alsmede te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis,
5.5.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af,
5.8.
veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevallen, tot op heden begroot op nihil.
Aldus gewezen en uitgesproken door mr. W.A. Swildens, kantonrechter, ter openbare terechtzitting van 28 september 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
type: CS