ECLI:NL:RBLIM:2023:7508
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering in verband met erfenis en onjuiste vermogensvaststelling
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. De eiser, die sinds 6 oktober 2010 een bijstandsuitkering ontving, werd geconfronteerd met een terugvordering van zijn bijstandsuitkering over de periode van 25 november 2021 tot en met 22 juni 2022, na het overlijden van zijn opa. De gemeente had een bedrag van € 7.444,41 teruggevorderd, maar na bezwaar van de eiser werd dit bedrag aangepast naar € 6.563,62. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard, omdat de gemeente de hoogte van het vermogen onjuist had vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat het spaargeld op de betaalrekening ten onrechte was meegenomen in de vermogensvaststelling. De rechtbank stelde vast dat het vermogen van de eiser op de peildatum, na correctie van de onterecht meegerekende bedragen, niet boven de vrijlatingsgrens uitkwam. De rechtbank heeft de terugvordering vastgesteld op € 5.553,91 en de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de eiser, die in totaal € 1.674,- bedroegen. Tevens werd het griffierecht van € 50,- aan de eiser vergoed.