Op 10 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam bedrijf], verzoekster, en de Politie Eenheid Limburg, Team Korpscheftaken, de korpschef. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de intrekking van de erkenning van verzoekster op grond van de Wet wapens en munitie. Verzoekster is verdacht van strafbare feiten in het kader van de handel in munitie, wat heeft geleid tot vrees voor misbruik van de erkenning. De voorzieningenrechter oordeelt dat de korpschef bevoegd was om de erkenning in te trekken en dat er sprake is van een geringe twijfel aan het verantwoord zijn van het voorhanden hebben van wapens en munitie door verzoekster. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de belangen van de bescherming van de samenleving zwaarder wegen dan de belangen van verzoekster. De uitspraak benadrukt dat de intrekking van de erkenning niet alleen gebaseerd is op de verdenking van verzoekster, maar ook op de ernst van de verweten gedragingen en de mogelijke gevolgen voor de veiligheid.