Uitspraak
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
1.Het procesverloop
13 februari 2025. Daarbij waren aanwezig:
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten van de belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 17 maart 2025 een beschikking gegeven over de beëindiging van het gezag van de vader over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2017. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de vader te beëindigen, omdat er sprake is van een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van het kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] te dragen, mede door zijn persoonlijke problematiek en het gebrek aan contact met zowel de GI als het kind zelf. De moeder, die wel in staat is om het gezag uit te oefenen, blijft voortaan alleen belast met het gezag over [minderjarige]. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing direct in werking treedt, ongeacht een eventueel hoger beroep. De rechtbank heeft ook bepaald dat de griffier een afschrift van de beschikking zal doen toekomen aan het centrale gezagsregister om de gewijzigde gezagssituatie vast te leggen.