ECLI:NL:RBMID:2010:BP1760
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit UWV inzake WW-uitkering en benadelingshandeling
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.A. Faas, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) dat op 22 juli 2009 aan haar een WW-uitkering is toegekend, maar pas per 1 november 2009 tot uitbetaling zou komen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij ten onrechte een benadelingshandeling is verweten, omdat zij niet heeft verzocht om de opzegtermijn van vier maanden in acht te nemen of om een schadevergoeding. De rechtbank heeft op 7 september 2010 de zaak behandeld, waarbij eiseres in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door mr. G. van Zon. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en de termijn voor het doen van uitspraak verlengd tot 25 november 2010.
De rechtbank overweegt dat eiseres in dienst was bij de Stichting [naam] en dat haar arbeidsovereenkomst op 18 juni 2009 met wederzijds goedvinden is beëindigd. Eiseres heeft betoogd dat een vordering tegen haar werkgever over de opzegtermijn geen kans van slagen had, gezien de korte duur van haar dienstverband en de omstandigheden waaronder het is beëindigd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het voor eiseres haalbaar had moeten zijn om een ontbindingsvergoeding te vragen ter dekking van de opzegtermijn, vooral omdat de werkgever eenzijdig terugkwam op eerder gemaakte afspraken over werktijden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het bestreden besluit van verweerder in stand blijft en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Ente, in tegenwoordigheid van griffier W.J. Steenbergen, en is op 25 november 2010 openbaar uitgesproken.