ECLI:NL:RBMNE:2013:7412
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vervoersvoorziening op grond van de Wmo na indicatie vanuit de AWBZ
In deze zaak heeft eiseres, die in Woon- en Zorgvoorziening Dennenhorst West verblijft, een aanvraag ingediend voor de overname van een aangepaste rolstoel op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, omdat volgens hen er sprake was van een voorliggende voorziening in de zin van de Wmo. Eiseres had eerder zorg ontvangen vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in verpleeghuis De Meent, waar zij recht had op zorgzwaartepakket ZZP 6, inclusief de aangepaste rolstoel. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet zelfredzaam is en niet deelneemt aan het maatschappelijk verkeer, wat de afwijzing van de aanvraag ondersteunt. Eiseres voerde aan dat haar keuzevrijheid werd aangetast en dat de AWBZ niet als voorliggende voorziening kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde echter dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat de zorg die eiseres nodig had, niet in de huurprijs van Dennenhorst was inbegrepen en zij zelf verantwoordelijk was voor het inkopen van zorg met een persoonsgebonden budget. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een wettelijke aan de Wmo voorliggende voorziening, waardoor de aanvraag om overname van de rolstoel op grond van de Wmo terecht was afgewezen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.