Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
van 1 mei 2016. Eiser kon dit budget gebruiken om zorg in te kopen voor zes uur
per week.
van 1 mei 2016 tot en met 31 augustus 2017.
zelfbesloten geen gebruik meer te maken van de diensten, omdat de zorgverleners niet meer naar [woonplaats] wilden afreizen. Hieruit blijkt dat eiser met [zorgverlener 1] in zee is gegaan voor de zorgverlening en niet voor het verdienen van pgb-geld.
Beoordeling door de rechtbank
Intrekking van het pgb
“Ik weet zijn naam niet want ik kan dat niet onthouden maar hij was baas bij [zorgverlener 1] . Er is ook wel eens een meisje geweest. Ik ben erg slecht in het onthouden van namen.”Op de vraag hoeveel geld eiser aan pgb heeft ontvangen antwoordt hij:
“Dat weet ik niet, ik moest een contract ondertekenen bij [B] en verder had ik er niets mee te maken.”
“Ik las in de verdeellijst dat aan [eiser] in de periode van december 2015 tot en met juni 2017 een bedrag van € 14.470,00 is uitbetaald.”Tot slot zijn de aan [zorgverlener 1] verbonden broers [A] strafrechtelijk veroordeeld tot gevangenisstraffen van 3,5 tot 5 jaar, vanwege grootschalige fraude.