In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en [verweerster]. [Verweerster] was sinds 2010 in dienst bij [verzoekster] en had een NS Business Card ter beschikking gekregen. Het verzoek tot ontbinding werd ingediend vanwege het vermeende misbruik van deze kaart voor privédoeleinden, wat leidde tot aanzienlijke kosten voor [verzoekster]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerster] de NS Business Card inderdaad voor privédoeleinden heeft gebruikt, maar oordeelde dat dit niet voldoende was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de grond van ernstig verwijtbaar handelen. De kantonrechter benadrukte dat [verweerster] niet met opzet heeft gehandeld om [verzoekster] te benadelen en dat er onvoldoende bewijs was voor een grove integriteitsschending. Het verzoek tot ontbinding werd afgewezen, en [verweerster] werd in de gelegenheid gesteld om haar werkzaamheden te hervatten. Tevens werd [verweerster] veroordeeld tot betaling van de kosten die voortvloeiden uit het privégebruik van de NS Business Card, maar het verzoek om onderzoekskosten werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een ernstig verstoorde arbeidsrelatie, en dat een goed gesprek tussen partijen de situatie zou kunnen verbeteren.