Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 december 2021 van Dexia, met producties;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] , met producties;
- de conclusie van repliek van Dexia, met producties;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde] , met producties;
- de akte uitlaten jurisprudentie van Dexia;
- de antwoordakte van [gedaagde] .
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
1. zal verklaren voor recht dat Dexia na betaling aan [gedaagde] van een bedrag van € 698,69, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 september 2005, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, met betrekking tot de overeenkomst met contractnummer [contractnummer] aan al haar verbintenissen heeft voldaan en niets meer aan [gedaagde] verschuldigd is,
2. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling
afwachten ontwikkelingen in de jurisprudentie
wenste een persoonlijke lening aan te gaan voor de aanschaf van een auto. Daarom heeft [gedaagde] naar aanleiding van een advertentie in de krant telefonisch contact gezocht met [onderneming] . Vervolgens is [A] (hierna: de adviseur) bij [gedaagde] thuis geweest voor een adviesgesprek. Hij presenteerde zich daarbij als een deskundig adviseur op financieel gebied. De adviseur informeerde bij [gedaagde] naar zijn wensen en heeft zijn financiële situatie in kaart gebracht. [gedaagde] gaf aan graag een persoonlijke lening te willen aangaan voor de aanschaf van een auto. Tevens wilde [gedaagde] met die eventuele lening - als de voorwaarden gunstiger waren - zijn lening bij de Postbank aflossen. De adviseur adviseerde [gedaagde] om niet alleen een persoonlijke lening aan te gaan, maar om de lening te koppelen aan de onderhavige overeenkomst. Deze constructie had als voordeel dat na vijf jaar een mooi bedrag zou vrijvallen waarmee hij de persoonlijke lening sneller zou kunnen
[adviesnummer]en het logo van [onderneming] ,
[adviesnummer] - [onderneming],
- een kopie van een kredietovereenkomst van 15 augustus 2000 tussen Direktbank N.V. en [gedaagde] , betreffende een krediet van NLG 22.000,-, waarvan NLG 7.500 direct wordt uitbetaald aan Postbank N.V., waarop vermeld staat:
‘(…).[onderneming](…).Deze overeenkomst is tot stand gekomen door bemiddeling van bovenstaande intermediair (…).’.
Dexia heeft onvoldoende gemotiveerd weerlegd dat de door [gedaagde] afgesloten kredietovereenkomst, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd en onderbouwd met stukken, behoorde bij de effectenlease-overeenkomst, en dat zij derhalve samen door de adviseur zijn geadviseerd. Met de overgelegde stukken omtrent de bemiddeling van [onderneming] bij het afgesloten krediet, en de chronologische samenhang met het afsluiten van de overeenkomst van effectenlease, waarop tevens het adviseursnummer van [onderneming] vermeld staat, heeft [gedaagde] voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake was van een verboden vergunningplichtig advies. Dexia heeft enkel in algemene bewoordingen de feitelijke totstandkoming van de overeenkomst betwist, maar dat is onvoldoende gezien de toegelichte stellingen van [gedaagde] . Dat zij niet betrokken is geweest bij het contact tussen de tussenpersoon en [gedaagde] , betekent nog niet zeggen dat zij niet de mogelijkheid heeft gehad daaromtrent relevante informatie te vergaren.
5.5. De beslissing
fm