Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 maart 2022;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vorderingen en het verweer
4.De beoordeling
€ 132,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde DEXIA NEDERLAND B.V. (hierna: Dexia) dat de rechtbank zou verklaren dat zij aan al haar verplichtingen met betrekking tot de leaseovereenkomsten met de gedaagde heeft voldaan. De gedaagde, die in deze procedure niet bij naam is genoemd, heeft leaseovereenkomsten ondertekend zonder de schriftelijke toestemming van zijn toenmalige echtgenote, wat leidde tot een beroep op vernietiging van deze overeenkomsten op grond van artikel 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde geen toestemming had van zijn echtgenote en dat de overeenkomsten derhalve vernietigbaar zijn. Dexia heeft niet betwist dat de overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd, wat betekent dat zij aan de gedaagde moet terugbetalen wat hij heeft betaald, verminderd met wat hij van Dexia heeft ontvangen. De rechtbank heeft de vordering van Dexia afgewezen en geoordeeld dat Dexia de proceskosten moet vergoeden aan de gedaagde, die in deze procedure in het gelijk is gesteld. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad en Dexia is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 660,00.