Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 februari 2023 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
€ 500,- toe vanwege het ervaren ongemak.
Het oordeel van de rechtbank
overheidslichaam of bestuursorgaan een besluit neemt dat naderhand wordt vernietigd wegens strijd met een wettelijke bepaling, of dat na bezwaar wordt herroepen, omdat het primaire besluit onrechtmatig blijkt te zijn, dan wel dat die onrechtmatigheid wordt erkend, het overheidslichaam of bestuursorgaan jegens de door die beschikking getroffene een onrechtmatige daad pleegt en de schuld van het overheidslichaam of bestuursorgaan in beginsel is gegeven. [3] Voor vergoeding van schade is, in aansluiting op de artikelen 6:162 en 6:98 van het Burgerlijk Wetboek (BW), vereist dat de gestelde schade verband houdt met een onrechtmatig besluit of het onrechtmatig nalaten daarvan en dat vervolgens alleen die schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen die in een zodanig verband staan met dat besluit, dat zij het bestuursorgaan, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als een gevolg van dat besluit kunnen worden toegerekend. Als beginsel geldt dat de schadevergoeding de schuldverzoeker zoveel mogelijk in de toestand moet brengen waarin hij zou hebben verkeerd indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden. Dat beginsel brengt mee dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden. [4]
€ 3.909,20,- bruto. Daarvan moet dan een nettobedrag worden gemaakt, aldus verzoeker.
Het causaal verband
De periode waarover schade is geleden
De hoogte van de schadevergoeding:
loonschade
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.B.L. Kosterman - Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
24 februari 2023.