In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 5 maart 2024, zijn de beroepen van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikkingen van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig beslist op deze bezwaren. Eiseres had haar bezwaren op 25 januari 2023 en 22 februari 2023 ingediend, maar de Belastingdienst heeft pas op 18 en 31 augustus 2023 verweerschriften ingediend. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moest nemen binnen zes weken na de uitspraak. Tevens werd er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelde vast dat de dwangsom voor deze zaak op € 1.442,- kwam, omdat de termijn inmiddels was verstreken. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 50,- werd aan haar vergoed. De rechtbank nam in haar overwegingen de termijnen over die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waren vastgesteld voor soortgelijke zaken.