In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 21 april 2023 tegen de definitieve beschikking tegemoetkoming opzet/grove schuld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 17 oktober 2023. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft in deze uitspraak de termijnen overgenomen die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vastgesteld voor soortgelijke zaken. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van samenhangende zaken, ondanks het verzoek van verweerder om de dwangsom gelijk te verdelen over twee beroepen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.