In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar bezwaar, dat zij op 13 februari 2023 had ingediend. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.