ECLI:NL:RBMNE:2024:6528
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.R. van Es – de Vries
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan toereikende machtiging in WOZ-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep ingesteld door Mr. D.A.N. Bartels MRE, namens [eiseres] B.V., tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap [gemeente]. Het beroep betreft de vaststelling van de WOZ-waarden van diverse onroerende zaken in [plaats] voor het belastingjaar 2022. De heffingsambtenaar had in een beschikking van 28 februari 2022 de waarden vastgesteld en het bezwaar van [eiseres] B.V. ongegrond verklaard in een uitspraak op bezwaar van 3 augustus 2023.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep niet voldoet aan de gestelde voorwaarden, omdat er geen toereikende machtiging is overgelegd. Bartels heeft meerdere keren de gelegenheid gekregen om de benodigde documenten aan te leveren, waaronder een recente machtiging en een uittreksel uit het handelsregister. Echter, de overgelegde stukken waren niet tijdig of niet geldig, waardoor de rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat niet is vastgesteld dat [eiseres] B.V. daadwerkelijk beroep wenste in te stellen.
De rechtbank heeft de heffingsambtenaar verzocht om Bartels in de proceskosten te veroordelen, maar heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was voor misbruik van procesrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.