Onzorgvuldig onderzoek en vooringenomenheid
12. Eiser voert aan dat het onderzoek door de afdeling Veiligheid Integriteit en Klachten (VIK) niet zorgvuldig is geweest. Tijdens een hoorgesprek werd eiser niet bijgestaan door zijn belangenbehartiger, terwijl de korpschef wist dat eiser een belangenbehartiger had. Het feit dat de hoormedewerker het gesprek heeft laten doorgaan zonder de aanwezigheid van de belangenbehartiger geeft ook blijk van vooringenomenheid.
13. Dit betoog slaagt niet. De rechtbank stelt aan de hand van de gedingstukken vast dat eiser meerdere keren door een medewerker van VIK is gehoord in het bijzijn van zijn toenmalige gemachtigde, mr. Van der Steeg. Dit is alleen op één moment niet het geval geweest, namelijk op 17 mei 2023 in de ochtend. Mr. Van der Steeg was toen verhinderd en om die reden is het gesprek auditief vastgelegd. Niet is gebleken dat eiser er toen niet mee akkoord was dat hij tijdens het hoorgesprek zonder de aanwezigheid van mr. Van der Steeg werd gehoord. Uit het voorgaande volgt ook dat niet is gebleken van vooringenomenheid van de hoormedewerker.
14. Voor de constatering van plichtsverzuim dat tot het opleggen van een disciplinaire straf aanleiding geeft is volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) noodzakelijk dat op basis van beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging is verkregen dat de betrokken ambtenaar de hem verweten gedragingen heeft begaan.
Aangaan meerdere privérelaties en het heimelijk maken van naaktfoto’s
15. Eiser voert aan dat een nikah vooral cultureel van aard is. Het is niet een echt huwelijk, maar meer een soort trouwbelofte die vooraf kan gaan aan een burgerlijk huwelijk. Zijn ex-partners wilden met name een nikah vanwege een bruidsschat. Daarbij stelt eiser dat de tweede nikah niet binnen een maand na de eerste is aangegaan, maar zes weken later. Eiser betwist dat hij de imam in een kwetsbare positie heeft gebracht en dat sprake is van plichtsverzuim.
16. Dit betoog slaagt niet. De rechtbank stelt vast dat eiser twee keer in korte tijd een nikah met verschillende vrouwen is aangegaan, zonder dat deze vrouwen dit van elkaar wisten. Ook was er een overlap in tijd van de nikah’s. De plechtigheid voor de nikah heeft beide keren plaatsgevonden ten overstaan van een imam met twee getuigen. Daarbij heeft eiser het zelf in diverse stukken over een islamitisch huwelijk.Eiser had als politieambtenaar behoren te weten dat het sluiten van een religieus huwelijk voorafgaand aan een burgerlijk huwelijk niet is toegestaan volgens de Nederlandse wet.Een bediener van een godsdienst kan een geldboete opgelegd krijgen indien hieraan niet wordt voldaan.De rechtbank is het daarom met de korpschef eens dat eiser de imam in een kwetsbare (mogelijk strafrechtelijke) situatie heeft gebracht. De korpschef heeft de gedraging terecht als plichtsverzuim aangemerkt.
17. Eiser voert verder aan dat het heimelijk maken van naaktfoto’s van zijn ex-partner over en weer gebeurde en dat het als grap was bedoeld. Bovendien gaat het hier om een gedraging in de privésfeer. De korpschef heeft deze gedraging ten onrechte als plichtsverzuim aangemerkt.
18. Dit betoog slaagt niet. Het heimelijk maken van naaktfoto’s, zonder instemming, heeft de korpschef terecht aangemerkt als een schending van de privacy van de ex-partner. Dat geldt ook voor het delen van een heimelijk gemaakte (deels ontblote) foto van de ex-partner met een derde. Dit sluit, zoals de korpschef terecht aanvoert, niet aan bij de integriteit die van een politieambtenaar, ook in privétijd, verwacht mag worden. De korpschef heeft deze gedraging terecht als plichtsverzuim aangemerkt. Dat zoals eiser stelt het als grap was bedoeld doet daar niet aan af.
19. Voor zover het gaat om de aangiftes die ex-partners tegen hem hebben gedaan voert eiser aan dat dit valse aangiftes waren. De korpschef heeft hem echter belet om tijdig (tegen)aangifte te doen. Volgens eiser had een (tegen)aangifte snel helderheid kunnen scheppen en imagoschade voor de politie kunnen voorkomen. Eiser had een idee wie verantwoordelijk was voor de aangiftes, maar wist dit niet zeker. Doordat de korpschef hier niet tijdig duidelijkheid over heeft gegeven kon eiser niet op tijd (tegen)aangifte doen. Volgens eiser mag de korpschef hem daarom niet tegenwerpen dat het aangaan van meerdere privérelaties heeft geleid tot aangiftes en daarmee tot imagoschade van de politie.
20. Vaststaat dat eiser meerdere privérelaties is aangegaan en dat de manier waarop deze zijn verlopen heeft geleid tot aangiftes van zijn ex-partners en een strafrechtelijk onderzoek. Eiser heeft niet weersproken dat hij al in oktober 2022 op de hoogte was van zaken die over hem op het internet werden gezegd. Hij heeft toen zelf het vermoeden uitgesproken dat dit van een ex-partner afkomstig was. Naar aanleiding hiervan heeft een stopgesprek met deze ex-partner plaatsgevonden. Eiser heeft verder niet weersproken dat hij een afspraak op 6 april 2023 om een (tegen)aangifte op te nemen heeft afgezegd, met als reden dat hij nog met zijn advocaat wilde overleggen. Vervolgens heeft de korpschef tot eind november 2023 niets meer vernomen over een (tegen)aangifte. Uiteindelijk is voor 24 januari 2024 een afspraak gemaakt om een (tegen)aangifte op te nemen. Niet is gebleken dat de korpschef eiser heeft belet tijdig (tegen)aangifte te doen tegen zijn ex-partners. Het betoog van eiser slaagt daarom niet.
21. Eiser voert aan dat hij in oktober 2022 alles aan zijn leidinggevende heeft meegedeeld wat hij wist en waarvan hij dacht dat het op dat moment relevant was. Eiser betwist daarom dat hij onvoldoende transparant is geweest. Verder voert eiser aan dat het is toegestaan een gesprek met een collega op te nemen als je er zelf bij bent. Eiser vond het nodig het gesprek op te nemen om te kunnen bewijzen dat bepaalde dingen gezegd zijn en om informatie terug te kunnen luisteren. Eiser betwist dat sprake is van plichtsverzuim.
22. Dit betoog slaagt niet. De rechtbank overweegt dat eiser in oktober 2022 zijn leidinggevende heeft geïnformeerd over het oplichtersprofiel dat van hem was gemaakt op muslima.com. De leidinggevende heeft naar aanleiding hiervan direct actie ondernomen, er zijn toen twee rechercheurs naar het adres van eisers ex-partner gegaan om een zogeheten stopgesprek te voeren. Van belang hierbij is dat eiser enkel heeft meegedeeld dat hij op internet belachelijk werd gemaakt. Eiser heeft de context niet verduidelijkt aan zijn leidinggevende en zijn eigen aandeel in de problemen met zijn ex-partner(s) niet benoemd. Terecht stelt de korpschef zich op het standpunt dat eiser onvoldoende transparant is geweest naar zijn leidinggevende.
Als het gaat over het heimelijk maken van geluidsopnames met collega’s is de rechtbank het met de korpschef eens dat die gedraging niet past in een ambtelijke verhouding en dat die gedraging de relatie tussen collega’s kan schaden.De rechtbank concludeert dat de korpschef ook op dit punt terecht plichtsverzuim heeft aangenomen.
23. Eiser voert aan dat geen sprake is geweest van ongeoorloofd werkverzuim. Hij heeft altijd zijn geplande werkuren per dienst daadwerkelijk gewerkt. Voor zover dat wegens zorg voor zijn zoon niet mogelijk was heeft eiser de uren na beëindiging van zijn geplande dienst ingehaald.
24. Dit betoog slaagt niet. Op basis van het aantal berichten dat is verzonden (zie overweging 9) is de rechtbank het met de korpschef eens dat het hierdoor niet aannemelijk is dat eiser alle door hem geregistreerde uren daadwerkelijk heeft gewerkt. Dat eiser uren na beëindiging van de geplande dienst heeft ingehaald heeft hij niet aannemelijk gemaakt. Ook deze gedraging heeft de korpschef terecht aangemerkt als plichtsverzuim.
25. Uit de overwegingen 15 tot en met 24 volgt dat de korpschef de aan eiser verweten gedragingen terecht heeft aangemerkt als plichtsverzuim.
26. Eiser voert aan dat hij vader is van een zoon met medische beperkingen. Zijn zoon heeft extra zorg nodig en dit zorgt voor spanning bij eiser. De afgelopen periode is eisers fysieke en psychische gezondheid achteruit gegaan. Voor bepaalde klachten is hij behandeld en voor andere doorverwezen naar een behandelcentrum. Dit alles heeft zijn weerslag op eiser.
27. Voor zover eiser hiermee wil zeggen dat het plichtsverzuim hem niet kan worden toegerekend, slaagt het betoog niet. De vraag of het plichtsverzuim is aan te merken als toerekenbaar plichtsverzuim is volgens vaste rechtspraak een vraag naar de juridische kwalificatie van het betrokken feitencomplex. Voor de toerekenbaarheid is niet van doorslaggevende betekenis of het gedrag psychopathologisch verklaarbaar is, maar of eiser de ontoelaatbaarheid van dat gedrag heeft ingezien en overeenkomstig dat inzicht heeft kunnen handelen.Eiser heeft weliswaar te maken gehad met moeilijke privéomstandigheden, die van invloed zijn geweest op zijn fysieke en psychische gezondheidstoestand, maar hieruit volgt niet dat hij de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag niet heeft kunnen inzien. Terecht stelt de korpschef zich op het standpunt dat het plichtsverzuim eiser is toe te rekenen. Dat betekent dat de korpschef bevoegd was om een disciplinaire straf op te leggen.
Evenredigheid voorwaardelijk strafontslag
28. Eiser voert, naar de rechtbank begrijpt, aan dat de proeftijd van de disciplinaire straf is gekoppeld aan een effectief gewerkte termijn van twee jaar. Omdat eiser ziek is en niet werkt leidt het voorwaardelijk strafontslag tot onevenredige gevolgen.
29. De korpschef heeft in het verweerschrift verduidelijkt dat de proeftijd van het voorwaardelijk strafontslag onmiddellijk na uitreiking van het primaire besluit is ingegaan. Het is dus niet zo dat die proeftijd pas gaat lopen als eiser weer aan het werk is. In zoverre is niet gebleken dat het voorwaardelijk strafontslag met een proeftijd van twee jaar leidt tot onevenredige gevolgen. Verder is de rechtbank van oordeel dat de opgelegde disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag, gezien de ernst en aard van de verweten gedragingen, de betekenis hiervan voor het functioneren van eiser als wijkagent en de terecht door de korpschef gestelde hoge eisen van integriteit en betrouwbaarheid aan een politieambtenaar, niet onevenredig is aan het gepleegde plichtsverzuim. Van belang daarbij is ook dat het voorwaardelijk element maakt dat eiser een verbeterkans gegund wordt en dat hij alsnog de mogelijkheid krijgt zich te bewijzen.