Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[onderneming] B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek van Curatoren
Ten eersteomdat het financiële belang vandaag de dag nog steeds substantieel is. In hoofdsom bedraagt de totale vordering € 2.407.675,05.
Ten tweedeis er een reële kans op succes.
Ten derdegeldt dat er geen enkele aanwijzing bestaat dat beoogde procedure een zodanig lange doorlooptijd zal hebben dat de gezamenlijke schuldeisers van [onderneming] per saldo beter af zijn bij het weigeren van de gevraagde machtiging. Het concept van de dagvaarding is (zo goed als) klaar en het verrichte deskundigenonderzoek is afgerond. De duur van de procedure kan aanzienlijk wordt verkort indien de rechter-commissaris besluit tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Ten vierdegeldt dat een in de beoogde procedure toegewezen bedrag in de eerste plaats zal worden gebruikt om de door de boedel in het kader van die procedure voorgeschoten kosten te dekken en de boedel een succesvergoeding te betalen. Op basis van de huidige stand van de boedel, zullen de preferente (en concurrente) boedelschuldeisers, niet-zijnde de Curatoren, daarvan profiteren.
Ten vijfdebiedt de boedel van [onderneming] voldoende dekking voor de kosten van de procedure alsmede een eventuele kostenveroordeling.
4.De standpunten van betrokkenen
5.De beoordeling
- tot € 1 miljoen (25% van de Opbrengst): € 0,- tot € 250.000;
- tussen € 1 miljoen en € 2.407.675,05 (20% van de Opbrengst): € 200.000 tot € 481.535,01.