Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met 64 producties (ingekomen op 14 april 2025),
- het verweerschrift met nevenverzoeken en (voorwaardelijke) zelfstandige tegenverzoeken met 17 producties (27 juni 2025)
- de aanvullende producties 18 tot en met 42 van [verzoekster] (van 30 juni, 1 juli en 2 juli 2025)
- de aanvullende producties 65-70 van [verzoekster] (1 juli 2025)
- de aanvullende productie 71 van [verzoekster] (4 juli 2025).
2.Waar gaat deze zaak over?
[verweerder] heeft vanaf begin 2023 bij [verzoekster] diverse zaken aangekaart onder meer omtrent de veiligheid, efficiënter werken/plannen en erop gewezen dat er teveel ritten (in een onlogische volgorde) worden ingepland. Daarnaast heeft hij herhaaldelijk gevraagd om betaling van structurele overuren. Eind 2024 is mediation ingezet, maar dat heeft niets opgeleverd.
3.De beoordeling
g-grond en zegt dat sprake is van een zodanig ernstig verstoorde arbeidsverhouding dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moet worden.
Het verzoek om de transitievergoeding binnen een week na het einde van het dienstverband te betalen, zal worden afgewezen. Voor de betaling van de transitievergoeding geldt dat deze binnen een maand na het dienstverband moet zijn betaald. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt ook toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 1 januari 2026.
Voor toekenning van een aanvullende immateriële schadevergoeding ziet de kantonrechter geen aanleiding. Dat verzoek is door [verweerder] onvoldoende onderbouwd. Datzelfde geldt voor het verzoek tot een aanvullende vergoeding van € 20.000,00. Een genoegdoening voor het verwijtbaar handelen ligt immers besloten in de hoogte van de billijke vergoeding en daarbij is ook de bedoeling meegenomen om tegen te gaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst ernstig verwijtbaar te laten eindigen.
€ 11.000,00 zou zijn gemaakt.
overlopen van de tank, schade aan de tank(s) en andere eigendom(men) van de klant; schade aan het voertuig door eigen schuld; verkeerde belading op het depot; productvermengingen; verkeerde lossing bij een klant; onjuist gebruik van de boordcomputer; onacceptabel gedrag bij de klant en andere voorvallen waarvan [verzoekster] schade ondervindt of kan ondervinden.’
Geen daadwerkelijke vergoeding van (buitengerechtelijke) advocaatkosten
4.De beslissing
€ 210,00 bruto aan niet betaalde bonussen te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging van 20%, uiterlijk binnen 14 dagen na dagtekening van deze beschikking, onder gelijktijdige overlegging van deugdelijke bruto/ netto specificaties,