Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarin eiseres, een omwonende, beroep heeft ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen de subsidieverlening aan derde-partij door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. De derde-partij had op 15 november 2022 een subsidieaanvraag ingediend voor de restauratie van een historische tuin, welke door het college op 4 april 2024 was goedgekeurd. Eiseres, die zich niet als belanghebbende kon laten erkennen, stelde dat de openstelling van het landgoed voor het publiek haar eigendomsrecht zou schenden en zou leiden tot waardevermindering van haar woning. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aan te merken was als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen causaal verband was tussen de subsidieverlening en haar belangen. De rechtbank concludeerde dat het college terecht eiseres niet-ontvankelijk had verklaard in haar bezwaar en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.