ECLI:NL:RBMNE:2025:5601
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Weigering van het CBR om een verklaring van rijgeschiktheid af te geven op basis van alcoholmisbruik
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan over de weigering van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) om eiser een verklaring van rijgeschiktheid af te geven. Eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen eind 2022 en verzocht om een verklaring van geschiktheid. Het CBR weigerde deze verklaring op basis van een rapport van een psychiater, waarin werd gesteld dat eiser alcoholmisbruik vertoonde, wat werd aangetoond door een verhoogde CDT-waarde van 3,2. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, maar de rechtbank oordeelde dat het CBR terecht had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat er een andere oorzaak was voor de verhoogde CDT-waarde en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de regels rechtvaardigden. De rechtbank vond het rapport van de psychiater begrijpelijk en oordeelde dat het CBR dit rapport ten grondslag mocht leggen aan hun besluit. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekende dat hij geen recht had op terugbetaling van griffierechten of proceskostenvergoeding.