ECLI:NL:RBNHO:2016:2176
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. de Greef
- L.M. Kos
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na tussenuitspraak inzake verantwoording pgb en wijze van facturering door zorgaanbieder
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 21 januari 2016, wordt de einduitspraak gedaan na een eerdere tussenuitspraak van 28 september 2015. De zaak betreft een geschil tussen eiser, een budgethouder, en verweerder, Univé Zorgkantoor B.V., over de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) en de wijze van facturering door de zorgaanbieder. De rechtbank heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat verweerder zijn besluit niet met de nodige zorgvuldigheid heeft voorbereid en heeft verweerder de gelegenheid gegeven om de geconstateerde gebreken te herstellen. Verweerder heeft echter aangegeven geen gebruik te willen maken van deze herstelmogelijkheid.
De rechtbank herhaalt in deze einduitspraak haar eerdere overwegingen en concludeert dat verweerder zijn besluit niet heeft gerepareerd. De rechtbank oordeelt dat verweerder in zijn besluit onvoldoende rekening heeft gehouden met de zorg die aan eiser is geleverd en dat de aannames van verweerder over de zorgsituatie van eiser niet juist zijn. De rechtbank verwijst naar de relevante wetgeving en eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om haar standpunt te onderbouwen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit van 25 november 2014 en draagt verweerder op om binnen acht weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank de termijn voor het nemen van dit besluit afhankelijk maakt van de afloop van eventuele hoger beroep procedures. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.470,-.