RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zaaknummer: HAA 19/1215 en HAA 19/1584
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 september 2019 in de zaken tussen
Harsco Metals Holland B.V., te Velsen-Noord, eiseres
(gemachtigde: mr. A. van Rossem),
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, verweerder
(gemachtigde: mr. R.T. de Grunt).
Als derde-partij hebben aan het geding deelgenomen:
1.
Tata Steel IJmuiden B.V
(gemachtigde: mr. W.J. Bosma)
2.
Stichting IJmondig,
(gemachtigde: mr. B. Kloostra);
3.
Stichting dorpsraad Wijk aan Zee
(gemachtigden: M. Gosen en Y.H.B.T.M. Holtwijk).
Bij besluit van 19 oktober 2018 (het primaire besluit I) heeft verweerder eiseres (hierna te noemen: Harsco) op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding met een maximum van € 150.000,- gelast om vóór 1 november 2018 overtreding van voorschrift 4.2.4 van de vergunning van 13 februari 2009 met kenmerk 2009-2963 te beëindigen en herhaling van deze overtreding te voorkomen door zodanige maatregelen te treffen dat bij het kiepen van slakken geen stofverspreiding plaatsvindt die buiten een afstand van 2 meter nog visueel waarneembaar is.
Harsco heeft tegen het bestreden besluit op 31 oktober 2018 bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht om in verband met dat besluit een voorlopige voorziening te treffen.
Op 2 november 2018 heeft verweerder de tekst van het bestreden besluit aangevuld, in die zin dat daar waar wordt verwezen naar voorschrift 4.2.4 van de op 13 februari 2009 verleende vergunning met kenmerk 2009-2963 de zinsnede “zoals gewijzigd bij besluit van 17 mei 2010, kenmerk 2010-28589” wordt toegevoegd.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 november 2018 afgewezen.
Bij beslissing van 23 januari 2019 (het bestreden besluit I) heeft verweerder het bezwaar tegen het primaire besluit I ongegrond verklaard. Harsco heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd met zaaknummer HAA 19/1215.
Bij besluit van 21 mei 2019, met verzenddatum 3 juni 2019 (hierna ook: het invorderingsbesluit), heeft verweerder aan Harsco meegedeeld dat 30 overtredingen van de last als opgenomen in het primaire besluit I zijn geconstateerd en dat Harsco daarom het maximumbedrag aan dwangsommen als genoemd in dat besluit heeft verbeurd. Verweerder heeft daarom besloten een bedrag van € 150.000,- van eiseres in te vorderen. Het beroep tegen het bestreden besluit I heeft op grond van het bepaalde in artikel 5:39, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mede betrekking op dit besluit.
De in de aanhef van deze uitspraak genoemde derde-belanghebbenden hebben in beroep een zienswijze naar voren gebracht.
Van verweerder is een verweerschrift ontvangen.
Bij besluit van 23 januari 2019 (het bestreden besluit II) heeft verweerder Harsco zonder een nadere begunstigingstermijn te stellen op straffe van een dwangsom gelast om overtreding van het vergunningvoorschrift 4.2.4 te beëindigen en herhaling van deze overtreding te voorkomen door zodanige maatregelen te treffen dat bij het kiepen van slakken geen stofverspreiding plaatsvindt die buiten een afstand van 2 meter nog visueel waarneembaar is, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per overtreding met een maximum van € 300.000,-.
Harsco heeft tegen het bestreden besluit II bezwaar gemaakt en verweerder verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep als bedoeld in artikel 7:1a van de Awb. Verweerder heeft hiermee ingestemd en het bezwaarschrift aan de rechtbank doorgezonden. De rechtbank heeft het bezwaar als beroep in behandeling genomen. Dit beroep is geregistreerd met zaaknummer HAA 19/1584.
De meervoudige kamer van de rechtbank heeft het beroep op 27 juni 2019 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Namens eiseres is daarnaast verschenen [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Namens verweerder zijn tevens verschenen [naam 2] en [naam 3] . Tata Steel IJmuiden B.V. (hierna te noemen: Tata Steel) heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Namens Tata Steel is tevens verschenen [naam 4] . Stichting IJmondig (hierna te noemen: IJmondig)heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Namens IJmondig zijn tevens verschenen [naam 5] en [naam 6] . De Stichting Dorpsraad Wijk aan Zee (hierna te noemen: de Dorpsraad) heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden.