In deze zaak heeft de werknemer, [werknemer], een verzoek ingediend om het ontslag op staande voet door zijn werkgever, XPO Unlimited Worldwide B.V., te vernietigen. Dit verzoek werd gedaan op de dag van de mondelinge behandeling, die plaatsvond op 8 juni 2021, terwijl XPO op diezelfde dag in staat van faillissement werd verklaard. De faillietverklaring heeft terugwerkende kracht tot middernacht van de dag waarop het faillissement is uitgesproken, waardoor verifieerbare vorderingen van rechtswege geschorst worden. Niet-verifieerbare vorderingen, zoals het verzoek tot vernietiging van het ontslag, worden echter niet automatisch geschorst en kunnen wel behandeld worden.
De werknemer heeft zijn verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet gemotiveerd, waarbij hij stelde dat de redenen voor het ontslag geen dringende reden opleverden en dat het ontslag niet onverwijld was gegeven. De werkgever, XPO, heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de werknemer. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen niet als dringende redenen konden worden gekwalificeerd en het ontslag niet onverwijld was gegeven. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van de werknemer toegewezen en het ontslag op staande voet vernietigd.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat het ontslag op staande voet van 24 maart 2021 wordt vernietigd. De rechter heeft ook vastgesteld dat de verifieerbare vorderingen van de werknemer op grond van de faillissementswet zijn geschorst, maar dat de niet-verifieerbare vorderingen, zoals het verzoek tot vernietiging van het ontslag, wel behandeld konden worden. Deze uitspraak benadrukt de gevolgen van een faillietverklaring voor lopende procedures en de mogelijkheid voor werknemers om niet-verifieerbare vorderingen in te dienen, zelfs na een faillietverklaring van hun werkgever.