In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 december 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een geschil tussen T-Mobile Netherlands B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, T-Mobile, heeft de gedaagde gedagvaard en vorderde betaling van € 442,46, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 september 2022, alsook veroordeling in de proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst voor data- en telecommunicatiediensten en een toestelkredietovereenkomst voor de aanschaf van een Apple iPhone 11 Pro 64GB, gesloten op 7 november 2019.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij onvoldoende specificatie heeft gegeven van de facturen over juli en november 2020, waardoor niet kon worden vastgesteld welk deel van de factuur betrekking had op abonnementskosten en welk deel op toestelkosten. Dit gedeelte van de vordering is dan ook afgewezen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten is voldaan, waardoor een bedrag van € 5,92 aan abonnementsgelden toewijsbaar is. De gedaagde partij heeft in totaal € 9,24 teveel betaald, wat in mindering wordt gebracht op de toestelkosten.
Verder heeft de kantonrechter geoordeeld dat de toestelkredietovereenkomst rechtsgeldig is en dat de resterende termijnen toewijsbaar zijn. De eisende partij heeft geen andere kosten of rente in rekening gebracht, waardoor de wettelijke bepalingen over consumentenkrediet niet van toepassing zijn. De kantonrechter heeft de vordering tot schadevergoeding wegens ontbinding van de overeenkomst afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 392,37, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten.