ECLI:NL:RBNHO:2022:3686

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
26 april 2022
Zaaknummer
9637729 \ AO VERZ 22-7
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van werknemer na steekincident met collega

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Record Industry B.V. en een werknemer, hierna aangeduid als [werknemer]. De werknemer heeft op 9 november 2021 zijn collega, tevens ex-vriendin, neergestoken terwijl zij op weg was naar haar werk. Dit incident heeft geleid tot strafrechtelijke vervolging van de werknemer en heeft een directe impact gehad op de werksfeer en de arbeidsverhouding binnen het bedrijf. De werkgever, Record Industry, heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, waarbij zij stelde dat het gedrag van de werknemer niet te verenigen is met het voortduren van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter oordeelde dat het neersteken van de collega, die ook een ex-partner is, een zodanig ernstig verwijtbaar handelen is dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft ook overwogen dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is, gezien de ernst van het incident en de verwachte strafrechtelijke gevolgen voor de werknemer.

De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 19 april 2022, en de werknemer is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding, gezien het ernstig verwijtbare handelen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 9637729 \ AO VERZ 22-7
Uitspraakdatum: 19 april 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
Record Industry B.V.
gevestigd te Haarlem
verzoekende partij
verder te noemen: Record Industry
gemachtigde: mr. R.B.M. van Poorten
tegen
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. S.J. Sattler

1.Het procesverloop

1.1.
Record Industry heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [werknemer] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 22 maart 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. [werknemer] was niet bij die zitting aanwezig. (Gemachtigden van) partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Record Industry heeft ook pleitaantekeningen overgelegd.

2.De feiten

2.1.
[werknemer] , geboren [in 1985] (36 jaar), is sinds 23 maart 2015 in dienst bij Record Industry. De functie van [werknemer] is [functie] met een salaris van € 2.080,- bruto per maand.
2.2.
Op enig moment tijdens het dienstverband heeft [werknemer] een liefdesrelatie gekregen met een collega, [collega] (hierna: ‘ [collega] ’). Die relatie is ook weer verbroken, wanneer is niet duidelijk geworden.
2.3.
Op 9 november 2021 vroeg in de ochtend heeft [werknemer] [collega] meerdere malen gestoken met een mes, toen zij van het treinstation Haarlem Spaarnwoude op weg was naar Record Industry. [werknemer] is voor die gedraging strafrechtelijk vervolgd. Op het moment dat de zitting plaatsvond was [werknemer] in afwachting van het vonnis in de strafzaak.
2.4.
[collega] is sinds 9 november 2021 arbeidsongeschikt.

3.Het verzoek

3.1.
Record Industry verzoekt de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden vanwege – kort gezegd – zodanig verwijtbaar handelen dat van Record Industry redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Als ontbinding op die grond niet wordt toegewezen, wordt verzocht om ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding (de ‘g-grond’) of omstandigheden die zodanig zijn dat van Record Industry redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (de ‘h-grond’). Ten slotte heeft Record Industry (meest subsidiair) gevraagd om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een combinatie van omstandigheden genoemd in twee of meer van deze gronden, die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (de ‘i-grond’). Record Industry heeft daarbij het volgende naar voren gebracht.
3.2.
Record Industry heeft al eerder moeten ingrijpen door [werknemer] en [collega] in verschillende ploegendiensten in te delen, omdat [werknemer] ziekelijk jaloers gedrag vertoonde. In oktober 2021 heeft er een incident plaatsgevonden waarbij [werknemer] een andere collega dreigend en intimiderend heeft toegesproken in verband met diens houding tegenover [collega] . Dat [werknemer] [collega] heeft gestoken heeft invloed gehad op de onderneming van Record Industry. Voor de veiligheid van [collega] en andere werknemers kan [werknemer] (na zijn vrijlating) niet terugkeren bij Record Industry.

4.Het verweer

4.1.
[werknemer] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Daartoe is – samengevat – aangevoerd dat het steekincident volgens [werknemer] buiten werktijd en daarmee in de privésfeer heeft plaatsgevonden. [werknemer] betwist dat hij ziekelijk jaloers of hinderlijk gedrag zou hebben vertoond en dat alle collega’s zijn terugkeer op de werkvloer bezwaarlijk zouden vinden.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
5.2.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. In de wet, het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), is bepaald wat een redelijke grond is (artikel 7:669 lid 3 BW). Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt (artikel 7:669 lid 1 BW).
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er een redelijke grond voor ontbinding. [werknemer] heeft zodanig verwijtbaar gehandeld dat niet van Record Industry kan worden gevergd om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het verwijtbaar handelen is gelegen in het neersteken van zijn (ex-)partner, tevens collega. De link tussen de gedraging en de werksfeer is evident. Niet alleen zijn [werknemer] en [collega] collega’s, ook heeft het steekincident plaatsgevonden op het moment waarop [collega] op weg was naar Record Industry. Daarnaast heeft de arbeidsongeschiktheid van [collega] als gevolg van het steekincident invloed op de onderneming van [werknemer] . Ten slotte schetsen beide partijen de voorgeschiedenis van het steekincident met gebeurtenissen die zich op de werkvloer hebben afgespeeld, waarmee ook een link wordt gelegd tussen het (verwijtbaar) handelen en het dienstverband. [werknemer] heeft niet alleen verwijtbaar gehandeld waardoor de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden, de kantonrechter vindt ook dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [werknemer] , gelet op de aard en ernst van zijn gedraging.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat herplaatsing van [werknemer] binnen een redelijke termijn niet in de rede ligt omdat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Daarbij is het te verwachten dat [werknemer] een aanzienlijke gevangenisstraf boven het hoofd hangt.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Record Industry zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst dus zal worden ontbonden. Zoals hiervoor is overwogen, heeft [werknemer] ernstig verwijtbaar gehandeld. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal daarom worden bepaald op de datum van deze beschikking. Gelet op het ernstig verwijtbaar handelen van [werknemer] hoeft Record Industry op grond van artikel 7:673 lid 7 onderdeel C BW aan hem geen transitievergoeding te betalen. De kantonrechter ziet geen aanleiding om daarvan op grond van artikel 7:673 lid 8 BW af te wijken.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van [werknemer] , omdat sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [werknemer] . Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van Record Industry worden vastgesteld op € 747,-.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 19 april 2022;
6.2.
veroordeelt [werknemer] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Record Industry tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 747,00 ;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter