Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
- (Zakelijke) contacten te onderhouden met een relatie of klant van werkgever,
- Zijn/haar diensten aan te bieden of werkzaam te zijn voor een relatie of klant van werkgever, dan wel – direct of indirect betrokken te zijn bij een onderneming, die aan klanten of relaties van werkgever zaken levert of diensten verleent;
- Op enigerlei wijze te bevorderen, direct of indirect, dat een relatie of klant van werkgever naar een met werkgever concurrerend bedrijf overgaat.
‘Wij hebben vernomen dat jij voornemens bent jouw carrière voort te zetten bij een directe concurrent van S-P-S, Lödige, welke onderneming zich net als S-P-S richt op Cargo Handling Systems. Vanuit Lödige zou je jouw werkzaamheden gaan verrichten voor dnata, zoals je weet een klant van S-P-S, waar jij het afgelopen jaar hoofdzakelijk voor hebt gewerkt. Wij willen jou erop wijzen jij een relatiebeding in jouw arbeidsovereenkomst hebt staan en wij jou aan dat relatiebeding gaan houden. Op grond van dit relatiebeding is het jou onder andere niet toegestaan om werkzaam te zijn voor een relatie van S-P-S of direct of indirect betrokken te zijn bij een onderneming die aan klanten van S-P-S zaken of dienst levert (artikel 10.2). Dat betekent dat wanneer jij in dienst gaat treden bij Lödige, die diensten levert aan dnata maar ook vele andere relaties van S-P-S, jij jouw relatiebeding schendt, evenals dat jij jouw relatiebeding schendt op het moment dat jij werkzaamheden verricht voor dnata. Wij zullen ons dan beroepen op het boetebeding (artikel 10.5).’
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt’. In artikel 1, lid 1 onderdeel c Waadi staat de definitie van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten:
‘het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid’
Focus on humanen Hoge Raad 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:751). Gelet op artikel 1 lid 1 van de Uitzendrichtlijn is de richtlijn van toepassing op werknemers met een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding met een uitzendonderneming, die ter beschikking worden gesteld van inlenende ondernemingen om onder toezicht en leiding van genoemde ondernemingen tijdelijk te werken. Het belemmeringsverbod is dus alleen van toepassing op de arbeidsrelatie tussen [eiser] en S-P-S als S-P-S kan worden aangemerkt als een uitzendonderneming.
daarnawerknemers van S-P-S heeft benaderd. [eiser] heeft in dat kader onweersproken gesteld dat Lödige al in december 2021 en maart 2022 contracten met Dnata heeft gesloten en dat [eiser] pas in mei 2022 gesprekken met Lödige heeft gehad.