Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 3.150,72 in rekening heeft gebracht bij [verzoeker] vanwege
‘Schadeverg. inh. 2 maanden’.Verder staat op de salarisspecificatie een bedrag van € 1.575,36 bruto aan transitievergoeding, zodat [verzoeker] volgens de berekening van WRM € 1.688,97 netto aan WRM moet voldoen .
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
“Aangezien mijn contract tot 14 mei 2022 liep zie ik geen rede tot een opzegtermijn”.Uit de e-mailcorrespondentie van 2 juni 2022 volgt niet dat WRM [verzoeker] wilde houden aan de opzegtermijn van één maand. WRM heeft [verzoeker] immers geschreven: “
[naam] je bent niet meer welkom. Dan spreek ik af bij de MC Donalds in hoofddorp en geef je het mij daar incl sleutel en dingetje voor het allarm. Nooit meer in de zaak komen!!! Leugenaar”.Hiermee heeft WRM impliciet ingestemd met de onmiddellijke ontslagname van [verzoeker] . WRM heeft [verzoeker] ook niet uitdrukkelijk medegedeeld dat zij aanspraak zou maken op een gefixeerde schadevergoeding en deze zou verrekenen bij de eindafrekening van het dienstverband. Dit betekent dat WRM ten onrechte een bedrag van € - 3.150,72 bruto aan gefixeerde schadevergoeding heeft verrekend bij de eindafrekening.