3.1.[verzoeker] verzoekt de kantonrechter (in de hoofdzaak):
primair:
I. het ontslag op staande voet te vernietigen;
II. DHL te veroordelen om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking:
a. aan [verzoeker] het salaris te betalen vanaf 9 augustus 2022 tot de dag waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
b. aan [verzoeker] salarisspecificaties te verstrekken vanaf 9 augustus 2022, op straffe van een dwangsom;
c. aan [verzoeker] te betalen de wettelijke verhoging van 50%;
d. aan [verzoeker] te betalen de buitengerechtelijke incassokosten;
e. aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over de onder a, b, c en d genoemde posten;
f. [verzoeker] toe te laten tot de werkvloer om de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom;
subsidiair:
A. DHL te veroordelen om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking aan [verzoeker] te betalen:
i. een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW van € 35.000,- bruto;
ii. een bedrag gelijk aan het loon over de periode dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren;
iii. de transitievergoeding van € 4.703,72 bruto;
iv. de buitengerechtelijke incassokosten;
v. de wettelijke rente over de onder i. tot en met iv. genoemde bedragen vanaf de data van opeisbaarheid;
B. DHL te veroordelen om aan [verzoeker] netto/bruto specificaties te verstrekken waarin de bedragen en betalingen van ‘sub a en b’ zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom;
primair en subsidiair:
- te bepalen dat DHL geen rechten kan ontlenen aan een eventueel non-concurrentiebeding;
- DHL te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.