Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
€ 371,74, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vervaldatum van de facturen tot de dag der algehele voldoening. Subsidiair vordert de eisende partij veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de vervallen en toekomstige maandelijkse termijnen van € 3,00, althans de betaling van de resterende toestelprijs in maandelijkse termijnen van € 3,00 ingaande op de dag van het vonnis tot de dag waarop het bedrag van € 51,48 is voldaan. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten. Tot slot vordert de eisende partij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
€ 139,66is dan ook toewijsbaar, omdat deze vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is ook toewijsbaar
€ 14,61aan niet betaalde toesteltermijnen en
€ 51,48aan resterende termijnen van het toestelkrediet.
€ 66,09zal worden toegewezen. Ook de gevorderde rente over dit bedrag is toewijsbaar.
Schadevergoeding en buitengerechtelijke incassokosten
€ 159,91toewijsbaar is, net zoals de rente over dit bedrag.
2.De beslissing
10 augustus 2023de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals hiervoor onder rechtsoverweging 2.16 is overwogen;