Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 en 2
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
Rechtsmacht
1.880,00(1,0 punt × tarief € 1.880,00)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.Z. Loonstein, en de naamloze vennootschap PLAY LOGIA N.V., gevestigd te Willemstad, Curaçao, die niet verschenen was. De rechtbank heeft zich eerst gebogen over de rechtsmacht en de toepasselijkheid van het recht. Aangezien de gedaagde in het buitenland is gevestigd, diende de rechtbank de bevoegdheid te bepalen aan de hand van de regels van het internationaal privaatrecht. De rechtbank concludeerde dat zij bevoegd was op basis van artikel 6 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt in Nederland moet worden uitgevoerd.
Vervolgens heeft de rechtbank het toepasselijk recht vastgesteld aan de hand van de Verordening Rome I. De rechtbank oordeelde dat het Nederlands recht van toepassing is, omdat de eiser in Nederland woont en de overeenkomst met de gedaagde tot stand is gekomen met betrekking tot de Nederlandse markt. De eiser vorderde primair te verklaren dat de kansspelovereenkomst nietig is, maar de rechtbank oordeelde dat de overeenkomst niet nietig is, maar wel vernietigbaar. Dit oordeel is gebaseerd op de constatering dat de kansspelovereenkomst in strijd is met dwingende wetsbepalingen, maar niet met de fundamentele rechtsorde.
De rechtbank heeft de kansspelovereenkomst vernietigd en de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 128.415,76 aan de eiser, alsook in de proceskosten. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over het toegewezen bedrag. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.