Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland
[naam]uit [plaats 1] (derde-partij).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Eiser heeft bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (het Hoogheemraadschap) voor de realisatie van het botenhuis een watervergunning gevraagd en deze op 24 maart 2020 gekregen. Het Hoogheemraadschap heeft aan verweerder medegedeeld dat hij deze vergunning aan eiser heeft verleend en heeft aan verweerder ook gemeld dat hij meerdere klachten heeft ontvangen over het botenhuis.
Het feit dat eiser in het bezit is van een watervergunning, maakt voorgaande niet anders omdat voor het bouwen van een botenhuis behalve een watervergunning van het Hoogheemraadschap ook een omgevingsvergunning van verweerder vereist is. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde verweerder dan ook niet op grond van wat eiser aanvoert van handhaving af te zien. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.