Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Sint Jacob,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van een werkneemster, hierna te noemen [verzoekster], om het ontslag op staande voet door haar werkgever, Stichting Sint Jacob, te vernietigen. [verzoekster] was sinds 1 juni 2018 in dienst als Helpende Zorg & Welzijn en had zich na een arbeidsongeval op 13 juli 2023 ziekgemeld. Op 9 november 2023 werd zij op staande voet ontslagen, omdat Sint Jacob meende dat zij nevenwerkzaamheden verrichtte bij een andere zorginstelling, Zorgbalans, terwijl zij dit had ontkend tijdens een gesprek met haar leidinggevende. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat niet was komen vast te staan dat [verzoekster] werkzaamheden verrichtte die zij niet bij Sint Jacob kon verrichten. Er was geen advies van een bedrijfsarts of arbeidsdeskundige over haar arbeidsongeschiktheid en de belastbaarheid. Het verzoek van [verzoekster] om het ontslag te vernietigen werd toegewezen, en Sint Jacob werd veroordeeld tot doorbetaling van haar loon en haar toelating tot het werk. Het tegenverzoek van Sint Jacob om de arbeidsovereenkomst te ontbinden werd afgewezen, omdat er geen sprake was van (ernstig) verwijtbaar handelen door [verzoekster]. De proceskosten werden aan Sint Jacob opgelegd, als in het ongelijk gestelde partij.