ECLI:NL:RBNHO:2025:2293
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen afsluitende brief FSV
Op 15 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. V.Y. Jokhan, en de minister van Financiën, vertegenwoordigd door mr. L. Woudenberg. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 9 november 2023, waarin zijn bezwaar tegen de afsluitende brief met betrekking tot de Fraude Signalering Voorziening (FSV) niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard, zonder proceskostenveroordeling.
De rechtbank oordeelde dat de afsluitende brief van 12 september 2023 geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De brief was informatief en niet gericht op publiekrechtelijk rechtsgevolg. De rechtbank concludeerde dat de bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over schadevergoeding als gevolg van feitelijke handelingen, en dat alleen de burgerlijke rechter bevoegd is om een schadevergoedingsvordering te beoordelen. De rechtbank wees erop dat er geen publiekrechtelijke regeling is die verweerder in staat stelt om een tegemoetkoming te verlenen voor de gevolgen van een FSV-registratie. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. P.H. Lauryssen, in aanwezigheid van griffier mr. E. Degen.