Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A] ,
[B],
1.De procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling van de zaak, gehouden op 2 juli 2015;
- de pleitnota van mr. Lenting;
- de spreekaantekeningen van mr. Van Tricht;
- het faxbericht van de zijde van NAM d.d. 16 juli 2015;
- het faxbericht van de zijde van [A] c.s. d.d. 17 juli 2015;
- het faxbericht van de zijde van NAM d.d. 23 juli 2015;
- het faxbericht van de zijde van [A] d.d. 23 juli 2015;
- het faxbericht van de zijde van NAM d.d. 31 juli 2015;
- het faxbericht van de zijde van [A] c.s. d.d. 31 juli 2015.
2.De feiten
3.1.
Indien de schademelder geen advies van een derde deskundige wil, staat alleen de weg van de Tcbb of rechtbank open. Dit gebeurt op initiatief van de schademelder.
C. DOEL VAN DE TAXATIE
- binnenonderhoud: Voldoende
- buitenonderhoud: Voldoende
- bouwkundige constructie: Goed
Causaliteit
5.4 Schadebeoordeling
De huidige conditie van de aanbouwen achter de woning inspecterend, komen wij tot de conclusie dat deze dermate zijn aangetast dat herstel ondoenlijk is. Het verband is uit de gebouwen en wij achten verantwoord herstel ondoenlijk/onmogelijk.
Claimant geeft aan dat het huidige schadebeeld volstrekt niet aanwezig was ten tijde van de aankoop van de bebouwing. Weliswaar zou er sprake zijn van oudere gebouwen, evenwel, deze zouden nog zeer goed kunnen worden gerenoveerd. Constructieve aantasting van de gebouwen zou niet aan de orde zijn geweest c.q. zijn hersteld.
Het bovengenoemde sluit aan bij de omschrijvingen zoals staan te lezen in het taxatierapport opgesteld door Makelaardij Stad en Ommeland BV.
Wel vertoonden de aanbouwen enkele bouwkundige onvolkomenheden zoals minder goed voegwerk en afwerkingsproblemen, welke vermoedelijk ook voor de bevingen reeds aanwezig zullen zijn geweest. Overigens zonder dat dit in onze optiek de constructieve hoedanigheid van het pand direct verzwakte. Desalniettemin schatten wij dat er in de onderhoudsmatige sfeer voor de bevingen rekening diende te worden gehouden met circa
Het volledig stutten van het bijgebouw en het afzetten van het gebied rondom de aanbouwen geven blijk van een volledig verlies van vertrouwen in de constructieve eigenschappen van het pand door de eerstelijns taxateur. Het uitbuiken van diverse gevels en de deformatie van het pand in ogenschouw nemend onderschrijven wij deze inschatting. Wij konden na beoordeling van alle aan ons aangereikte gegevens tot geen andere conclusie komen dan dat de beste oplossing van het probleem bestaat uit het slopen van de aanbouwen waarna deze dienen te worden herbouwd.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Indien de schademelder geen advies van een derde deskundige wil, staat alleen de weg van de Tcbb of rechtbank open."
Kunt u
5.De beslissing
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen;
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie);
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan;
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd;
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden;