Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2022 in de zaak tussen
eiser 2
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
6 december 2019 en 7 maart 2022 zijn gronden van beroep ingediend.
Overwegingen
18 februari 2016. Bij brief van 10 februari 2016 heeft verweerder verzocht de behandeling van de beroepen aan te houden, omdat het gevraagde ambtsbericht op een termijn van een kleine drie maanden te verwachten is. Bij brief van 9 augustus 2016 is het op 24 juni 2016 gedateerde ambtsbericht overgelegd. Bij brief van 12 september 2016 is door
mr. [toenmalig gemachtigde] een reactie gegeven.
17 januari 2019 zijn de onderliggende stukken van het individueel ambtsbericht verzonden. Bij beslissing van 22 januari 2019 is bepaald dat beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
Afsluitingsregelinggepubliceerd (Stcrt. 2019, 8116). Om voor vergunningverlening in aanmerking te komen dient de vreemdeling op grond van voorwaarde b op de peildatum (29 januari 2019) ten minste vijf jaar in Nederland te hebben verbleven.
'fair balance'worden gevonden tussen het belang van de betrokken vreemdeling en diens familie enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Daarbij moeten alle voor die belangenafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar worden betrokken. Dit volgt uit de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 31 januari 2006 (Rodrigues da Silva en Hoogkamer t. Nederland, nr. 50435/99), 14 juni 2011 (Osman t. Denemarken, nr. 38058/09) en 28 juni 2011 (Nunez t. Noorwegen, nr. 55597/09) en vaste rechtspraak van de ABRvS (onder meer de uitspraak van 2 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1285).
‘fair balance’dient te worden gevonden tussen het belang van de betrokken vreemdeling en diens familie enerzijds en het Nederlands algemeen belang anderzijds dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid. Het belang van de Nederlandse overheid is volgens verweerder het beschermen van het economisch welzijn, de openbare orde, de rechten en vrijheden van anderen en de volksgezondheid van het land.
mr. [toenmalig gemachtigde] op gewezen dat hij zich uitzonderlijk veel zorgen maakt om de gevolgen die de onzekerheid van het lange wachten met zich mee brengt voor de kinderen.
mr. Martens in een dissenting opinion gemaakte veronderstelling dat
“after a period of between three and five years immigrants become rooted in the country of settlement”is hier in ieder geval voldaan (zie § 15 van de opinie bij EHRM 19 februari 1996, Gül t. Zwitserland, 23218/94). Verweerder heeft hier bij de te verrichten belangenafweging veel te weinig aandacht voor gehad (zie ook: de uitspraak van de ABRvS van 13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2069). Eiseres 1 moet -gelet op de jeugdige leeftijd waarop zij naar Nederland is gekomen en haar verblijfsduur sindsdien- geacht worden zeer sterke banden met Nederland te hebben.
‘fair balance’heeft enkel plaatsgevonden tegen de achtergrond van het economisch welzijn van Nederland.
“Domestic courts must put forward specific reasons in the light of the circumstances of the case” (EHRM
7 december 2021, Savran t. Denemarken, 57467/15, § 188). De rechtbank ziet in het overgelegde dossier noch het verhandelde ter zitting omstandigheden die onderhavige beslissing kunnen rechtvaardigen. Verweerder heeft dan ook niet deugdelijk gemotiveerd dat de weigering om eisers vrij te stellen van het vereiste over een geldige mvv te beschikken geen schending van het in artikel 8 van het EVRM neergelegde recht op eerbiediging van het privéleven betekent.
Beslissing
A. Hoekstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2022.