Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:CRVB:2020:3462), worden stortingen en bijschrijvingen op een bankrekening van een bijstandontvanger in beginsel als in aanmerking te nemen middelen in de zin van artikel 31, eerste lid, van de PW beschouwd. Als deze betalingen een terugkerend of periodiek karakter hebben, door de betrokkene kunnen worden gebruikt voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten en zien op een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan, is sprake van inkomen als bedoeld in dat artikel. Verder is een geldlening in artikel 31, tweede lid, van de PW volgens deze rechtspraak, afgezien van een uitzondering die er in het geval van eiseres niet is, niet uitgezonderd van het middelenbegrip, ongeacht de vraag of er een daadwerkelijke terugbetalingsverplichting is. Ten slotte kunnen ook eenmalig ontvangen bedragen als inkomen worden aangemerkt, zie de uitspraak van de CRvB van 8 februari 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:258.
“Dat belanghebbende meer aflost dan er zichtbaar binnenkomt is voor de consulent reden geweest om hiermee geen rekening te houden”niet. Ook van de berekening van eiseres kan echter niet worden uitgegaan, omdat die niet klopt: zo laat zij over oktober 2018 de inkomsten (zonder de onkostenvergoeding) van het [naam ziekenhuis] van € 115,00 weg.
(“zij geeft aan het niet eens te zijn met de boete die haar wordt opgelegd”), maar zij had, na de cautie, de mogelijkheid om haar zegje over de boete te doen. Het boetebesluit is dus niet alleen gebaseerd op het gesprek van 28 oktober 2019, waarin het geven van de cautie niet nodig was. Er is geen strijd met artikel 6 van het EVRM. Eiseres heeft zich niet gehouden aan de inlichtingenplicht. Zij heeft niet met concrete gegevens aannemelijk gemaakt dat haar gokverslaving het onmogelijk maakte aan die verplichting te voldoen. Dit kan haar dus worden verweten. Verweerder heeft haar terecht een boete opgelegd op basis van een verminderde verwijtbaarheid. Deze beroepsgronden slagen niet.
Beslissing
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Bijlage
€ 41,68
€ 15,00