In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 7 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn aanvraag voor schadevergoeding door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) beoordeeld. Eiser, eigenaar van een boerderij in [woonplaats 2], had schade aan zijn pand door mijnbouwactiviteiten en diende een aanvraag in bij het IMG. Het IMG wees de aanvraag gedeeltelijk af, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk tot deze rechtszaak.
De rechtbank concludeert dat het IMG de aanvraag voor schadevergoeding voor schade 25 en 26 onterecht heeft afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat de schade niet het gevolg is van mijnbouwactiviteiten. De rechtbank vernietigt het besluit van het IMG voor deze schadeposten en kent een schadevergoeding van € 6.912,78 toe, exclusief BTW en wettelijke rente. Daarnaast moet het IMG het griffierecht en de proceskosten van eiser vergoeden.
De rechtbank benadrukt dat de verantwoordelijkheden van het IMG en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) gescheiden zijn, waarbij het IMG enkel verantwoordelijk is voor schadevergoeding en niet voor versterking van gebouwen. Eiser heeft niet aangetoond dat er in zijn geval ook sprake is van versterking. De rechtbank wijst erop dat de procedure en werkwijze van het IMG correct zijn gevolgd en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen, behalve voor de specifieke schadeposten die zijn vernietigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht op hoger beroep.