ECLI:NL:RBNNE:2023:771
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van huishoudelijke hulp op basis van de Wmo 2015
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 9 februari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van huishoudelijke hulp door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen beoordeeld. Eiseres had een maatwerkvoorziening aangevraagd op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor 3 uur en 25 minuten huishoudelijke hulp per week, over de periode van 4 januari 2021 tot en met 31 december 2023. Het college had eerder een besluit genomen op 13 juli 2021, dat later werd herzien op 5 april 2022, waarbij de omvang van de hulp was vastgesteld op basis van het HHM-normenkader van juni 2019.
De rechtbank oordeelt dat het college de omvang van de toegekende huishoudelijke hulp juist heeft vastgesteld. Eiseres voerde aan dat de toegekende tijd niet voldoende was gezien haar medische beperkingen en de extra kamer in haar woning. De rechtbank concludeert echter dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de toegewezen tijd in overeenstemming is met de geldende normen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep die bevestigen dat het HHM-normenkader een objectieve basis biedt voor het vaststellen van de benodigde ondersteuning.
De rechtbank wijst de argumenten van eiseres af, waaronder de verzoeken om extra tijd voor strijken en boodschappen doen, en concludeert dat het college niet verplicht was om meer uren toe te kennen. De uitspraak bevestigt dat de maatwerkvoorziening van 205 minuten per week in stand blijft, en dat het beroep van eiseres ongegrond is verklaard. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.