In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 31 januari 2024, zijn de beroepen van eiser tegen de vaststelling van de hoge eigen bijdrage voor zorg in een instelling over 2022 en de afwijzing van zijn verzoek om herziening van de eigen bijdragen over de jaren 2017 tot en met 2021 aan de orde. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde drs. ing. J.J. Nowee, heeft bezwaar gemaakt tegen de hoge eigen bijdrage die door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) is vastgesteld op € 2.506,- per maand. Eiser betwist de hoogte van deze bijdrage en stelt dat deze is gebaseerd op een onjuiste berekening van zijn inkomen, waarbij hij verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. Het CAK heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, met de argumentatie dat de eigen bijdrage wettelijk is vastgesteld en dat het CAK geen ruimte heeft om af te wijken van de door de Belastingdienst vastgestelde gegevens.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geoordeeld dat het CAK terecht de hoge eigen bijdrage heeft gehandhaafd. De rechtbank concludeert dat het CAK verplicht is om uit te gaan van de door de Belastingdienst verstrekte gegevens en dat het niet bevoegd is om deze te wijzigen. Eiser heeft ook aangevoerd dat er sprake is van een schending van de hoorplicht, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit gebrek kan worden gepasseerd omdat eiser niet is benadeeld. De rechtbank heeft het CAK bovendien veroordeeld in de proceskosten van eiser en heeft bepaald dat het CAK het griffierecht vergoedt. Het verzoek om schadevergoeding van eiser is afgewezen, omdat er geen rechtsgrond voor was.