ECLI:NL:RBNNE:2024:3262
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanvraag om vergoeding van immateriële schade in verband met aardbevingsproblematiek
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vergoeding van immateriële schade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Eiser, huurder van een woning in Groningen, had op 19 maart 2023 een aanvraag ingediend bij het IMG, die op 8 mei 2023 werd afgewezen. Na bezwaar bleef het IMG bij zijn besluit, waarop eiser beroep instelde. De rechtbank behandelde de zaak op 25 juli 2024. Eiser voerde aan dat hij ernstige stress en gevoelens van onveiligheid ervaart als gevolg van de aardbevingsschade, en dat de gestandaardiseerde methode van het IMG geen recht doet aan zijn situatie. Het IMG verdedigde zijn methode en stelde dat de omstandigheden van eiser niet voldoende waren om af te wijken van de standaardprocedure.
De rechtbank concludeert dat het IMG de aanvraag correct heeft beoordeeld volgens zijn eigen richtlijnen. De rechtbank oordeelt dat de toegepaste methode in de situatie van eiser redelijk en aanvaardbaar is. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van geestelijk letsel veroorzaakt door de aardbevingsproblematiek, en de rechtbank wijst erop dat de gevoelens van onveiligheid van eiser niet voldoende zijn om een vergoeding te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de aanvraag voor schadevergoeding af, waarbij eiser ook geen proceskostenvergoeding ontvangt.