ECLI:NL:RBNNE:2024:648
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om een Ziektewet-uitkering en de verjaring van financiële aanspraken
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 15 februari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag om een Ziektewet (ZW) uitkering beoordeeld. Eiseres had op 24 oktober 2021 een aanvraag ingediend voor een uitkering per 10 oktober 2016, maar het Uwv had deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat de aanvraagtermijn van vijf jaar was verstreken. Eiseres stelde dat zij recht had op een uitkering, omdat haar werkgever haar ziek had moeten melden op 10 oktober 2016, maar het Uwv oordeelde dat de aanvraag niet meer afdwingbaar was.
De rechtbank concludeert dat de termijn van vijf jaar voor het indienen van de aanvraag is verstreken en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van deze regel af te wijken. Eiseres had geen medische informatie verstrekt die haar standpunt kon onderbouwen, en de loonstroken waren onvoldoende om aan te tonen dat er sprake was van arbeidsongeschiktheid. De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor aanvragers om tijdig en adequaat bewijs te leveren van hun arbeidsongeschiktheid en de gevolgen van het verstrijken van de aanvraagtermijn voor financiële aanspraken tegen de overheid.