Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2025 in de zaken tussen
[eisers], uit [woonplaats], eisers
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen.
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van artikel 3.1 van de Wnb is het verboden van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn opzettelijk te verstoren, doden of te vangen. Ook is het verboden opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren van vogels te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen. Het verbod op verstoring is niet van toepassing indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort.
Eisers hebben op 8 maart 2024 verzocht om uitstel omdat zij op de geplande datum verhinderd zijn. Het verzoek om uitstel is volgens eisers afgewezen vanwege een overvolle agenda van de commissie, een gemachtigde die het woord kan doen, bekendheid met de zaak en standpunten vanwege een eerdere kwestie bij de commissie en de mogelijkheid tot het schriftelijk aanvullen van de bezwaren. Eisers zijn op 21 maart 2024 wel in de gelegenheid gesteld om digitaal deel te nemen aan de hoorzitting.
In het advies heeft de commissie overwogen dat bepalend voor de afwijzing is geweest dat over de beslissing op het verzoek tijdig uitsluitsel is verkregen en dat bezwaarden worden bijgestaan door een (vervangende) gemachtigde die niet onderbouwd heeft opgegeven zelf verhinderd te zijn om te verschijnen. Daarnaast acht de commissie, gezien de aanzienlijke duur van het gevraagde uitstel - ongeveer minstens negen weken - het belang van de betrokken derde-belanghebbende bij een voortvarend verloop van de procedure zwaarder wegend. De commissie ziet zich in haar oordeel gesteund door de Afdelingsuitspraak van 18 juni 2014. [6] Verder weegt voor de commissie mee dat het hier niet gaat om een zaak waar het voor de goede voorbereiding van het besluit op bezwaar noodzakelijk is onderzoek te doen naar de kennis, gezondheid of persoonlijke omstandigheden van bezwaarden zelf.