Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 mei 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Geschil en beoordeling
€ 500.000 aannemelijk heeft gemaakt.
–'s-Hertogenbosch vice versa). Voor een afzonderlijke vergoeding van de reiskosten die de gemachtigde van eiser heeft gemaakt, bestaat geen aanleiding. Deze reiskosten zijn reeds begrepen in de vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand (vergelijk de uitspraak van 25 juni 2009 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ECLI:NL:CRVB:2009:BJ0790).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de in één geschrift vervatte bestreden uitspraken op bezwaar van 21 september 2013;
- stelt de waarde van [adres 1]per waardepeildatum 1 januari 2012, voor het kalenderjaar 2013, vast op € 467.000,- en vermindert de daarop gebaseerde aanslagen OZB dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
€ 996,28,-.